Foto`s en tekst: Wil Filott
Meer dan 400 liefhebbers van regionale cultuurhistorie hadden op deze zonnige en nagenoeg windstille avond de weg naar het Brabantse Budel-Dorplein gevonden. De deelnemers aan ”Gluren bij de buren” werden ontvangen in de plaatselijke kerk. Het aantal zitplaatsen in de kerk was net toereikend voor het aantal bezoekers. Dit aantal deelnemers is weer een bewijs dat het beproefde concept na 20 jaar nog steeds actueel is en veel belangstellenden trekt. Geschiedenis is niet alleen verleden, maar ook heden en toekomst.

Ontvangst in de kerk van Budel-Dorplein.

Toon van Cranenbroek.
Toon van Cranenbroek, secretaris van de erfgoedvereniging ‘Baronie van Cranendonck’ heette de bezoekers in de kerk welkom. Hij dankte de eigenaresse van de kerk voor het beschikbaar stellen van het gebouw en de cicerones en de vrijwilligers voor het mogelijk maken van deze “Gluren bij de buren” in het prachtige fabrieksdorp Dorplein. Hij wenste de deelnemers een plezierige en interessante avond toe.

Peter Korten.
Peter Korten heette de bezoekers welkom namens De Aldenborgh en de GHK “Land van Thorn”. Het ontstaan van de cicerones van Dorplein lag in “Gluren bij de buren” van 2011 in Dorplein. Dat was toen ook een succes met zo`n 200 deelnemers. De oorsprong van de benaming cicerone in Dorplein voor gidsen lag –
hoe kan het ook anders – in Weert. Rond 1900 kregen leerlingen van het Bisschoppelijk College van Weert een rondleiding in Dorplein. Na afloop sprak een leerling in keurig Frans een dankwoord uit waarin hij de gidsen als “cicerones” als betitelde. Dat woord is oorspronkelijk afkomstig uit het Italiaans. Het is afgeleid van de Romeinse wijsgeer en redenaar Cicero.

Cicerone Dorplein.

Roland van Kessel, burgemeester Cranendonck.
Roland van Kessel sprak zijn waardering uit voor de organisatie van deze ”Gluren bij de buren”: De Baronie van Cranendonck, de Aldenborgh en de cicerones van Dorplein. De cicerones brengen volgens hem de stenen tot leven. Hij was trots op de gemeenschap van Dorplein. Hij wenste de bezoekers toe te genieten van een uniek stukje erfgoed. De burgemeester van Cranendonck in 2011 was Meinema, nu een Limburger, Roland van Kessel, geboren en getogen in Kessel.
Toon van Cranenbroek vertelde in de kerk over enige wetenswaardigheden over Dorplein. De Franstalige Belgen Emile en Lucien Dor wilden eind 19de eeuw een zinkfabriek oprichten. In België was daar verzet tegen vanwege milieuproblemen. Ze zochten verder in Nederland. Hun oog viel op een gebied rond Weert. Daar was goedkope grond en goedkope arbeid beschikbaar en, wat misschien nog belangrijker was, goede verbindingen via het water en het spoor voor de aanvoer van grondstoffen. Als vestigingsplaats viel Weert af vanwege verzet van de pastoor en de burgemeester, die zedelijke ondergang van de plaatselijke bevolking vreesden door de komst van vreemd volk.
De gemeente Budel reageerde wel positief. De gebroeders Dor kochten 628 hectare grond in een uithoek van die gemeente. De zinkfabriek werd opgericht door de Societé Anonyme des Zincs de la Campine (Kempensche Zinkmaatschappij). De werkzaamheden voor de bouw van een fabriek werden snel opgepakt. In 1893 was de fabriek al klaar. Er kwamen 130 werknemers uit Wallonië, die kennis en ervaring meebrachten. Die moesten ook gehuisvest worden. Er werden huizen gebouwd in Waalse stijl. Het hele gebied was eigendom van de gebroeders Dor. De toegangswegen tot het gebied waren afgesloten met slagbomen. De straten en de nutsvoorzieningen waren eigendom van de fabriek. Deze zijn verkocht aan de gemeente Budel voor twee gulden. De woningen zijn later ook verkocht. Dorplein had een eigen veldwachter en een eigen rector, beide betaald door de fabriek
De gemeente Budel had als voorwaarde voor de vergunning voor de zinkfabriek gesteld dat de zinkfabriek moest zorgen voor de geestelijke verzorging van de werknemers. Eerst was er een gebedsruimte in de fabriek. Later kwam een kapel in de Cantine. In 1907 waren er al plannen voor een echte kerk. Door de Eerste Wereldoorlog, de crisisperiode en de Tweede Wereldoorlog is daar tot 1951 niets van terecht gekomen. In 1951 werd de eerste steen gelegd voor een echte kerk, betaald door de zinkfabriek. Het is een bakstenen neo-romaanse kerk geworden die in 1952 in gebruik is genomen. Vanwege het afnemend kerkbezoek is de kerk in 2014 aan de eredienst onttrokken. Thans is de kerk in particuliere handen.
De kerk heeft twee achtkantige torens met in iedere toren een klok. Deze klokken dragen de namen Emile en Lucien, vernoemd naar de gebroeders Dor.

Voormalige Rooms-katholieke kerk H. Jozef te Dorplein.
Voor de rondleiding werden deelnemers in acht groepen verdeeld. Uw verslaggever werd ingedeeld in groep zes. Hierna geeft hij zijn persoonlijke impressie van “Gluren bij de buren” in Dorplein in deze groep.

Groep 6

De witte villa.
Franca Soers stond stil bij de witte villa van Emile Dor. Emile Dor heeft niet alleen de fabriek ontworpen maar het hele dorp: le projet de Dorplein. De witte villa was voor die tijd heel modern. Er was elektriciteit, stromend water en centrale verwarming via de spouwmuren. Het hele pand is onderkelderd. Vanuit de voordeur is er een rechte zichtlijn op de deur van de kerk.
Leo Smits verhaalde over het interneringskamp dat in de Eerste Wereldoorlog in Dorplein werd gebouwd voor gevluchte Belgische militairen. In het begin van die oorlog vluchtten bijna 1 miljoen Belgen naar Nederland. De militairen onder hen werden ondergebracht in aparte kampen. Het kamp in Dorplein bestond uit houten barakken met naast woonruimten een ziekenzaal, een recreatieruimte, een keuken en een eetzaal. De militairen die in Dorplein werden ondergebracht waren Waalse soldaten die Frans spraken. Het interneringskamp heeft tot in de jaren 20 van de vorige eeuw gefunctioneerd omdat er militairen waren die niet naar België wilden of durfden terugkeren. In de zestiger jaren is het kamp gesloopt.

Woningen in de Rector van Nestestraat.
Philomène Timmermans vertelde in de rector van Nestestraat over de bijzondere woningen in die straat en de naamgever van de straat. De oorspronkelijke woningen bestaan uit 10 dubbele woonblokken gebouwd in Waalse stijl. Een tweetal woningen is tot rijksmonument verklaard. Pater van Neste is in 1898 door Dor naar Dorplein gehaald. Hij was tweetalig. Hij sprak Frans en Nederlands. Hij was geliefd in Dorplein. Hij is in 1908 overleden aan een bloedvergiftiging. Omdat er in Dorplein nog geen begraafplaats was, is hij in Budel begraven.
Lenie Feijen zei dat Emile Dor het hele stratenplan van Dorplein heeft ontworpen. Van de 11 door hem gedachte straten zijn er slechts 3 gerealiseerd. Bijzonder zijn de dos-à dos (rug-aan-rug) woningen, gebouwen met 4 woningen, in split level met 6 verdiepingen met ruime voor- en zijtuinen. Deze woningen zijn gebouwd naar voorbeelden in Mulhouse. De woningen waren ruim en voor die tijd modern, voorzien van elektriciteit en stromend water. In de jaren 70 zijn alle huizen verkocht. In 2006 zijn de tuinen gesaneerd vanwege vervuiling met cadmium. In de woningen zijn ook kleine winkeltjes geweest. Bijzonder is de huisnummering in Dorplein. De nummers beginnen bij de zinkfabriek en zonder onderscheid in even en oneven kanten van de straat. Uniek In Nederland.

Prisonneke.
Ron de Man stond voor een uniek gebouwtje in Nederland. Ook dit gebouw is in opdracht van Dor opgericht. Het is een stevig gebouw gemaakt van Waalse rode baksteen en voorzien van steunberen om het zware dak te dragen. Het was bestemd voor tijdelijke bewoning. De naam van het gebouw is “Prison”, het Franse woord voor gevangenis. In Dorplein spreekt men van het prisonneke. In Dorplein was Frans oorspronkelijk de voertaal. Er was ook een gard (bewaker) met een chien (hond). In het prisonneke kwamen vechtersbazen en dronkaards terecht. Ook zou er eens een dame van lichte zeden, die gezorgd had dat vrijgezellen in Dorplein aan hun gerief kwamen, zijn ondergebracht. Nadat het in verval was geraakt, is het vanaf 2012 in oude glorie hersteld en in 2014 heropend, niet als gevangenis maar als getuigenis van het bijzondere verleden van Dorplein.

Gebroeders Looijmans.
In de laan staat een bordje dat verhaalt van de moord door SS`ers op zes verzetsstrijders, waaronder de gebroeders Looijmans.
Hoewel een bezoek aan dit monument niet in het programma was opgenomen, vindt uw verslaglegger een vermelding hiervan en een afbeelding van hun portretten op zijn plaats, al is het maar uit respect voor deze zes mannen.
Op 5 september 1944, Dolle Dinsdag, liet een aantal verzetsmensen een trein ontsporen bij de Zinkfabriek te Dorplein. De SS ging op zoek naar de daders en vond er vier bij het Ringelsven, mogelijk door verraad. De vier werden ter plekke geëxecuteerd. Later werden de broers Looymans, die ook in het verzet zaten, gearresteerd en op gruwelijke wijze vermoord bij de plek waar de trein ontspoord was. Voor deze verzetsstrijders is achter de kerk een monument opgericht.

Het monument voor de zes vermoorde verzetsstrijders van Dorplein.
Voor de katholieke broers Leo en Martin Looymans is bij het monument een kruis opgericht. De andere vier waren geen katholieken maar “andersdenkenden”.

Portretten van de vermoorde verzetsstrijders op het monumen.
Piet Stolman stond stil bij de oprichting en het gebruik van hôtel Saint-Joseph. Dit kloosterachtige gebouw is tussen 1896 en 1898 gebouwd om onderdak te bieden aan vrijgezellen die in de zinkfabriek werkten. De architect was Anton Neeskens uit Weert. Het gebouw had allerlei voorzieningen: een ontspanningszaal, kinderopvang, centrale verwarming, een bakkerij, onderwijslokalen en een winkel. Het gebouw werd al snel de Cantine genoemd naar een belangrijk onderdeel ervan, de eetzaal.

De Cantine.
Ook was er het onderkomen voor de zusters, die het complex beheerden en de zorg hadden voor de bewoners. De eerste zusters kwamen uit Frankrijk en behoorden tot de orde van Carolus Borromeus uit Nancy. In 1932 werden ze afgelost door de Dochters der Liefde van de Heilige Vincentius à Paulo uit Nuth, vanwege hun grote kappen vliegende nonnen genoemd.
De Cantine speelde ook een rol in het muzikale leven in Dorplein. In 1899 was er in de Cantine al een concert door een koor uit Neer na afloop van de sacramentsprocessie. In 1900 werd de fanfare, later harmonie, “Les echos de Dorplein” opgericht. In 1927 draaide er de eerste stomme film, begeleid door pianomuziek. De ontspanningszaal had een geweldige akoestiek. Johnny Hoes nam er grammofoonplaten op.
Stolman vertelde met enige jaloezie dat zijn broer in een achtergrondkoor zong bij platenopnames. Hij werd dan thuis met een limousine opgehaald door Johnny Hoes. De zangbijdrage van zijn broer was overigens beperkt. Zo hoefde hij bij de opname van een lied van Ria Valk alleen maar mee te zingen bij “Janus, pak me nog een keer”. De bewoners van het gebouw wisselden in de loop der jaren. In de Eerste Wereldoorlog vonden Belgische vluchtelingen er een onderkomen, in 1953 slachtoffers van de watersnoodramp en later Spaanse gastarbeiders. Nu worden er Poolse arbeidsmigranten gehuisvest.

Villa Maurice Dor.
Naast de kantine ligt de villa van Maurice Dor, een neef van Emile en Lucien Dor en onderdirecteur van de zinkfabriek. De villa is in chaletstijl opgetrokken. De dienstmeisjes van Maurice Dor moesten Frans kunnen spreken. Vanwege zijn zwijgzame aard werd Maurice Dor in de volksmond Willem de Zwijger genoemd.
Later hebben de zusters van de Cantine in de villa gewoond. De villa is een tijd eigendom geweest van de familie van Lier uit Aarle-Rixtel. Sinds 2021 is het gebouw eigendom van een jong stel dat de villa in volle glorie wil herstellen.
De rondleiding eindigde bij het invallen van de duisternis bij de kerk. De organisatoren mogen trots zijn op de goede voorbereiding en uitvoering van het programma. De cicerones hebben op een voortreffelijke manier enkele aspecten van dit interessante fabrieksdorp, dat terecht als beschermd dorpsgezicht is aangewezen, belicht. Zij hebben niet alleen de stenen tot leven gebracht maar ook verdwenen objecten en overleden personen. De talrijke bezoekers hebben kunnen genieten van bijzondere gebouwen en interessante verhalen over dit unieke dorp.
Veel dank aan de vrijwilligers zonder wier medewerking een dergelijk evenement niet georganiseerd kan worden.
Na de rondleiding spoedden velen zich voor de nazit naar gemeenschapshuis “De Schakel”. Na de warme avond lieten velen zich een koude drank voor een zacht prijsje goed smaken.
Een onbeantwoorde vraag van uw verslaglegger is of een deelnemer de nacht in het prisonneke heeft moeten doorbrengen.