Op 7oktober 2024 vond in de goedgevulde foyer van het Munttheater een lezing plaats over een actueel onderwerp, namelijk over het funerair erfgoed in Limburg en in het bijzonder over de begraafplaats aan de Molenpoort in Weert. Actueel omdat de nieuwe deken van Weert, Jack Honings, recent zijn zorgen had uitgesproken over de kosten van onderhoud van die begraafplaats en het gebrek aan vrijwilligers.
Peter Korten heette de spreker, dr. Maurice Heemels, welkom. Hij deelde mee dat het bijna 25 jaar geleden was dat Maurice voor de Aldenborgh een lezing over de begraafplaats aan de Molenpoort had gehouden. Maurice zou vandaag wel eens nerveus kunnen zijn omdat zijn schoonouders in de zaal zaten.
Maurice Heemels
Maurice Heemels is voorzitter van de stichting “funerair erfgoed in Limburg”. Hij is gepromoveerd op een proefschrift ‘Op den akker des doods, waar allen gelijk worden. Begraafcultuur in Roermond 1870-1940’.
Wat is funerair erfgoed?
Funerair is afgeleid van het Latijnse woord funus: sterfgeval. Funerair is alles wat te maken heeft met de dood en de lijkbezorging. Erfgoed kan omschreven worden als datgene wat we van vorige generatie hebben gekregen en dat het waard is om bewaard te blijven voor volgende generaties.
De letterlijk meest zichtbare funeraire erfgoederen zijn begraafplaatsen. Er wordt echter steeds minder begraven. In Nederland wordt thans ongeveer 70% van de overledenen gecremeerd. Begraafplaatsen worden steeds minder gebruikt en door ruimingen van graven ontstaan er open plekken op veel begraafplaatsen: een gebit met gaten. Dat zorgt voor de nodige uitdagingen. Als er niets gebeurt, is er over 50 jaar weinig over van de begrafeniscultuur in Limburg. Volgens Maurice valt het in Weert aan de Molenpoort overigens nog wel mee wat betreft lege plekken.
Functies van een begraafplaats
Maurice gaf aan dat een begraafplaats, behalve voor het begraven, verschillende functies heeft zoals:
- historisch: informatie over levenswijzen, gebruiken, maatschappelijke positie, religie van overledenen in een stad of streek. Een begraafplaats is als het ware een stenen archief;
- sociaal: samenbrengen van mensen: nabestaanden, vrijwilligers, onderzoekers, liefhebbers van rust en groen. In Roermond probeert men daar invulling aan te geven door o.a. een lichtjestocht met Allerzielen en concerten op de begraafplaats;
- maatschappelijk rendabel: niet zozeer in financieel opzicht maar meer vanwege rust voor mensen en flora en fauna. Een begraafplaats mag geld kosten;
- educatief: een begraafplaats kan prima als uitgangspunt dienen voor geschiedenislessen, niet alleen over lokale en regionale onderwerpen, maar zelfs op wereldniveau. In Roermond vormt het kerkhof in zekere zin een afspiegeling van de vroegere sociale standen in de stad. Op veel begraafplaatsen plaatsen liggen de graven van de dikköp in het midden van de begraafplaats op een goed zichtbare plaats. Aan de hand van het graf van een NSB’er kan een beeld worden geschetst van de oorlogsjaren.
Het wegkwijnen van een eeuwenoude begraafcultuur
Door het rücksichtslos opruimen van graven en grafmonumenten dreigt een kaalslag, door Maurice betiteld als het ruimen met een blinddoek. De belangrijkste reden voor ruimen is dat nabestaanden van een overleden niet meer bereid zijn om voor een graf te betalen.
Gelukkig zijn er ook initiatieven om de achteruitgang te vertragen of te stoppen door de functies van een begraafplaats uit te breiden en de begraafplaats aantrekkelijker te maken. Bijvoorbeeld door een parkachtige, rustgevende omgeving te creëren en elders geplaatste oorlogsmonumenten daar naartoe te verplaatsen.
Belangrijk is dat die initiatieven ontplooid en gedragen worden door de lokale bevolking. Maurice ziet daar een mooie taak voor heemkundeverenigingen.Voorbeelden van dergelijke initiatieven zijn te vinden in de gemeente Maasgouw.
In Maasbracht heeft men gewerkt aan de vergroening van het wel heel leeg geworden kerkhof en het plaatsen van informatiebordjes bij de graven. In Horn zijn ze bezig het kerkhof tussen de kerk en het kasteel op te knappen. In Heel is men actief met het behoud van bijzondere graven en het vastleggen van verhalen daarover. In Beegden worden kruisen en grafmonumenten hersteld met subsidie van de provincie Limburg en ondersteuning door de stichting funerair erfgoed Limburg.
Mogelijke oplossingen voor het probleem
- inventariseren van bijzondere graven en grafmonumenten;
- -status van ”parochieel monument” toekennen;
- -grafmonumenten alleen verwijderen bij gevaar;
- -stimuleren van begraven, het plaatsen van urnen en herbegraven van andere begraafplaatsen;
- -actief onderhoud door vrijwilligers;
- -opschrijven en publiceren van verhalen over begraafplaatsen en begraven personen.
Intermezzo van Peter Korten over de situatie in Weert
Peter ging na de pauze kort in op de situatie in de gemeente Weert. Weert kent behalve de begraafplaats aan de Molenpoort begraafplaatsen in Stramproy, Altweerterheide (met Bolle Jan), Tungelroy, Swartbroek (kaalslag, Britse militairen), op Leuken, Keent (na-oorlogse, eenvormige witte kruisen), Boshoven, Laar en Maasstraat (zusters Birgitinessen). De samenwerking met de gemeente Weert is goed. De gemeente informeert de Aldenborgh over een voorgenomen ruiming van een graf, waarna de situatie samen bekeken wordt.
De begraafplaats aan de Molenpoort
De begraafplaats aan de Molenpoort was volgens Maurice een voorbeeld hoe de omgang met begraafplaatsen zou kunnen en moeten zijn.
Hij somde een aantal bijzonderheden op zoals:
-
de ingangspartij met de poort,
-
de oorspronkelijke toegangspoorten, met de teksten”Gisteren mij, heden u”, een al dan niet opzettelijk onjuiste vertaling van of een knipoog naar het Latijnse Hodie Mihi, Cras tibi: “heden ik, morgen gij”;
- het monument voor Franse vluchtelingen in de Eerste Wereldoorlog;
- het graf van bemanningsleden van een neergestorte Halifax.
De begraafplaats aan de Molenpoort is deels een parochiële, katholieke begraafplaats en deels een gemeentelijke begraafplaats. Op het katholieke gedeelte zijn behalve “reguliere“ katholieken ook zusters Ursulinen en Franciscanen (van de Biest) begraven. Ongedoopte kinderen werden in ongewijde aarde begraven.
Op het gemeentelijke gedeelte zijn graven te vinden van Molukkers, KNIL-militairen, Protestanten, Chinezen en Islamieten.
Op de begraafplaats bevinden zich grafmonumenten van vroegere prominente Weerter families, met name uit de periode 1850 – 1950. Maurice vestigde bij een virtuele rondgang over de begraafplaats de aandacht op de verschillende stijlen zoals de ruimvertegenwoordigde art deco uit de periode 1900-1915 en de nieuwe zakelijkheid na de Tweede Wereldoorlog.
Ook de aanwezigheid van ijzeren hekwerken (kettingen) om een aantal graven was volgens hem bijzonder. Ook vestigde hij de aandacht op uitingen van het christelijk geloof, zoals Christushoofden met doornenkronen.
Ook wees hij op de afkortingen R.I.P. en INRI, het woord PAX en de Griekse letter Alpha en Omega. Veel jongere mensen weten niet meer wat die betekenen.
Voor het gemak heeft uw verslaggever hierna de betekenis weergegeven.
R.I.P = requiescat in pace: rust in vrede
INRI = Iesus Nazarenus, Rex Iudaeorum: Jezus van Nazareth, koning der joden
Pax: vrede
Alpha en Omega, eerste en laatste letter van het Griekse Alfabet: symbool voor het begin en einde van het leven.
Monumentale grafmonumenten
Maurice toonde veel foto`s van grafmonumenten op de begraafplaats en vertelde daar bijzonderheden over: te veel om in dit verslag op te nemen. Volstaan wordt met foto`s van een klein selectie van monumentale en bijzondere graven. Zie onderaan.
Maurice eindigde zijn lezing met de opmerking dat het zijn bedoeling was als voorzitter van de stichting funerair erfgoed Limburg met deze lezing een bijdrage te leveren aan de bewustwording van de waarde van het funerair erfgoed in Weert. Frits Nies had in het verhaal van Maurice de kwestie van de eigendom gemist. De kerk verkocht graven, naar hij in een document had gezien, in eeuwige eigendom. Deel van het probleem is volgens hem dat er voor die “eigendom” geen regeling is.
Een begin van een oplossing zou kunnen zijn dat parochies de eigendom van de begraafplaats overdragen. Als voorbeeld noemde hij de overdracht van de begraafplaats aan de Daalseweg in Nijmegen aan de stichting In Paradisum.
Peter dankte Maurice voor zijn interessante lezing. Het funerair erfgoed in Weert heeft de aandacht van de Aldenborgh en zal dat ook blijven houden. Uw verslaglegger meent dat Maurice er ruimschoots in is geslaagd het belang van behoud van funerair erfgoed in Weert voor het voetlicht te brengen.