Op 27 augustus 2024 verzamelden zich zo`n 260 liefhebbers van regionale cultuurhistorie in de Gerardus Majella kerk te Nederweert-Eind om deel te nemen aan de laatste `Gluren bij de buren` van de cultuurhistorische zomer 2024. De kerkbanken waren zeer goed bezet.
Lenie Verheijen van de plaatselijke organisatie heette de aanwezigen mede namens GHK ´Thorn´, De Aldenborgh, de kring Weert van het koninklijk LGOG en de erfgoedgemeenschap Nederweert welkom in de monumentale kerk. Zij deelde mee dat de bijeenkomst gratis was, maar dat er wel een collecte voor een vrijwillige bijdrage voor het onderhoud van de kerk werd gehouden.
De nummers die de deelnemers bij de ingang van de kerk hadden gekregen hadden een dubbel doel. Ten eerste vond aan de hand daarvan een indeling in vijf groepen plaats. Ten tweede waren het lotnummers voor een loterij, die na afloop van de rondleiding in Eynderhoof gehouden zou worden.
Boris Meessen, wethouder van de gemeente Weert, zei trots te zijn op de erfgoedgemeenschap en haar activiteiten. Een bijeenkomst als deze was een goede gelegenheid om bekenden te ontmoeten en nieuwe mensen te leren kennen. Zonder vrijwilligers was dat niet mogelijk. Hij vroeg dan ook om een applaus voor hen.
Peter Korten dankte het kerkbestuur voor het ter beschikking stellen van de kerk. Gluren bij de buren in Nederweert-Eind was de laatste van het seizoen 2014. Volgend jaar vindt de 20ste editie plaats. Met Gluren bij de buren zijn inmiddels talloze plaatsen in de regio bezocht.
Hij benadrukte het belang van lokale mensen voor de cultuurhistorie. Zij vormen het geheugen en het geweten van een plaats. Zij staan vrijwillig en belangeloos klaar voor informatie aan inwoners, inwijkelingen en gemeentebesturen. Een mooi voorbeeld van een lokaal vrijwilligersinitiatief is het openluchtmuseum Eynderhoof.
Sprekend vanaf de kansel in de kerk sprak hij zijn zorgen uit over de verhouding tussen het gemeentebestuur en lokale mensen, die zich bekommeren om het erfgoed. Het is volgens hem niet nodig om mensen van buiten in te schakelen voor erfgoed-aangelegenheden.
Er zijn voldoende lokale deskundigen om de gemeente te adviseren. Hij sprak de hoop en de verwachting uit dat de problemen met de nieuwe wethouder worden opgelost. Het voorgaande moge voor een buitenstander enigszins vreemd klinken, maar ingewijden weten waar Peter op doelde.
Een klein geschiedenisoverzicht
Henk Verheijen vertelde dat we in Nederweert-Eind geen kastelen en grote boerderijen moeten verwachten. Op de Tranchotkaart van einde 18de eeuw is Eind omgeven door moerassen en heidevelden. Rond 1900 telde Eind een 60-tal kleine boerderijen. De boeren hielden schapen, met name voor de mest, en teelden op akkers boekweit, aardappelen en granen. Ze waren praktisch zelfvoorzienend. Op vrijdag werd er brood en vlaai gebakken in bakhuisjes. De warmte in de oven werd ook gebruikt voor het drogen van pruimen voor ooftenvlaai. In de herfst werd er thuis een varken geslacht. Er werd geen honger geleden maar het leven bestond grotendeels uit hard werken, ook zondags als de pastoor daar tenminste toestemming voor had gegeven.
Op 8 oktober 1944 vond er een razzia plaats, waarbij 108 mannen werden opgepakt en gedeporteerd naar Duitsland. Twaalf mannen hebben dat niet overleefd. In de jaren 70-tig van de vorige eeuw vond er een ruilverkaveling plaats. De kleine boerderijen verdwenen en er kwamen minder, maar grotere bedrijven voor in de plaats. Eind is nu een dorp met een woonfunctie aan de Noordervaart.
De Gerardus Majella kerk
Henk Verheijen vertelde in de kerk over de ontstaansgeschiedenis van het gebouw. De inwoners van Eind kerkten vroeger in Nederweert, een lange voettocht. In 1938 werd Eind een zelfstandige parochie. Vanwege de oorlog en het gebrek aan geld in de naoorlogse periode kwam het pas begin jaren vijftig tot de bouw van een eigen kerk onder pastoor Maes. Deze was afkomstig van de brouwersfamilie Maes in Stramproy. Tot zijn benoeming in Eind was hij leraar Frans aan het Bisschoppelijk College te Weert geweest. Maes was een ondernemend person.
Hij wilde een moderne kerk. Daarvoor schakelde hij architect Weegels uit Weert en de kunstenaar Cor van Geleuken uit Stramproy in. Weegels en Van Geleuken reisden naar Frankrijk en Zwitserland om ideeën op te doen. Zij hadden tijdens hun trip een ontmoeting met de beroemde architect Corbusier. Het resultaat is een kerk in de vorm van een vlaaipunt met een ietwat oplopende vloer met kleine pilaren om het zicht op het ronde, lichte koor zo weinig mogelijk te belemmeren.
De kerk is versierd met meer dan 150 kunstwerken van Cor van Geleuken. De kerk en de kunstwerken hebben een sterk symbolisch karakter. Zo stellen de 52 gebrandschilderde ramen in het schip van de kerk de 52 zondagen in een jaar voor. De ramen verbeelden in een bepaald ritme geloof, hoop en liefde. De twaalf pilaren staan voor de twaalf apostelen, die zoals de pilaren de kerk dragen. De pilaren zijn versierd met kruisjes, allen verschillend van vorm net zoals alle apostelen een verschillend karakter hadden. De door Van Geleuken ontworpen kerkbanken staan in een theatervorm opgesteld. Het priesterkoor baadt in het licht in tegenstelling tot het ietwat donkerder schip. De kerk is sinds 2015 een rijksmonument als voorbeeld van een bijzonder gebouw uit de opbouwperiode.
Lenie Verheijen vertelde op het pastoor Maesplein, dat het plein nu zowat het centrum van Eind vormt. Vroeger lag het centrum bij de brug. Daar waren de boterfabriek De Eendracht, een café met beugelbaan en een smederij gevestigd. De Eindse vrouwen hadden ook een keer een kleurtje toebedeeld gekregen. Kermiszondag in Eind was de zondag voor Pinksteren. De vrouwen wilden dat die verplaatst werd naar de zondag na Pinksteren in verband met het vele werk dat voor hen aan de kermis verbonden was. Zij verzochten de gemeenteraad van Nederweert om de kermiszondag te verplaatsen. De raad, geheel bestaande uit mannen, wees het verzoek af. Een krant meldde: “Vrouwen van Eind lopen een blauwtje”.
De kerk was bijna zonder kerktoren gebouwd. Het geld was op. De inwoners van Eind vonden dat niet kunnen. Er werden acties op touw gezet. Het resultaat was dat er een 17 meter hoge kerktoren kon worden gebouwd, losstaand van de kerk. In de toren hangen drie klokken. Een klok heet Jacobusklok, geschonken ter gelegenheid van 25-jarig priesterjubileum van pastoor Jacobus Maes.
De patroonheilige van de parochie Nederweert-Eind is Gerardus Majella. Deze naam heeft te maken met de eerste bouwpastoor Brand, een redemptorist uit Wittem. Het Redemptoristenklooster in Wittem was een bedevaartsoord voor de heilige Gerardus Majella. Op de kerkmuur is een beeld van deze heilige aangebracht.
Op het kerkhof bevindt zich achter de `hemelpoort `een betonnen beeld van een lijdende Christus van Cor van Geleuken.
De voormalige pastorie
Maart Vestjens stond bij de voormalige pastorie. Deze dateert uit 1941 en is ontworpen door architect Franssen uit Roermond. De eerste bewoners waren pastoor Brand en zijn huishoudster. In 1942 werd de pastorie getroffen door fosforbommen. De bovenverdieping brandde volledig uit. De huishoudster die daar haar vertrek had, kon ternauwernood gered gered worden. De pastorie is daarna hersteld. Pastoor Brand was een sober mens. Hij woonde slechts in een klein gedeelte van de pastorie. In 1952 werd pastoor Maes tot zielenherder van Nederweert-Eind benoemd.
Maart Vestjens vertelde dat hij kort na het aantreden van pastoor Maes geboren is en gedoopt moest worden. Maes, die tot dan toe leraar aan het Bisschoppelijk College te Weert was geweest, was heel nerveus. Hij bekende dat hij nog nooit iemand had gedoopt en niet wist hoe dat moest. Het is toch gelukt en zo werd Maart Vestjens de eerste dopeling van pastoor Maes. Hij heeft steeds contact gehouden met pastoor Maes. De pastorie is thans in gebruik als huisvesting voor arbeidsmigranten. De pastorie is een gemeentelijk monument.
De bewaarschool
Piet Hermans ontving de deelnemers aan het hek van de voormalige bewaarschool. Hij zei dat hij geboren en getogen was in Eind maar al vele jaren in België woonde. Nadat er eerst een houten noodschool was geweest, werd er eind jaren vijftig van de vorige eeuw begonnen met de bouw van een stenen school. Ook hier was er een samenwerking tussen Pierre Weegels, de architect, en Cor van Geleuken, de kunstenaar. De aannemer was Sjeng Heijnen uit Eind. De vorm van school doet denken aan een kloek die haar beschermende vleugels over mensen in het gebouw uitstrekt.
Piet Hermans was letterlijk betrokken geweest bij het kunstwerk van Cor van Geleuken. Pastoor Maes vreesde dat het kunstwerk niet tijdig klaar zou zijn voor de opening. Piet werd “vrijwillig” ingeschakeld als hulpje van Van Geleuken. Het kunstwerk kwam tijdig klaar.
De school dreigde op een gegeven moment afgebroken te worden, maar dat is gelukkig afgewend. De school is nu een gemeentelijk monument waar aan de voorzijde het werk van Van Geleuken vanaf de straat te bewonderen is.
Eynderhoof
Peter Willekens verwelkomde ons in Eynderhoof. Het openluchtmuseum Eynderhoof is ontstaan uit een festival van oude ambachten. Na langdurig overleg met de gemeente is er op het voetbalveld van Eindse Boys een museum ontstaan. Het museum heeft de volgende uitgangspunten:
- het zichtbaar maken van wonen en werken in de regio tussen 1850 en 1950;
- het museum laten “runnen” door vrijwilligers. Er zijn thans 430 vrijwilligers, komend uit de ruime regio. De gemiddelde leeftijd is 73 jaar. Er zijn 10 werkgroepen onder andere voor de tuin, de horeca, de bouw en rondleidingen. Het museum is het grootste bedrijf in de gemeente maar de “werknemers”, de vrijwilligers, krijgen geen salaris. Hun beloning bestaat uit koffie, vlaai en een feestavond maar vooral uit plezier in hun werk en contacten;
- het museum laten “leven”. Er wordt gewerkt aan 20 ambachten zoals hout zagen, klompen maken, bakken. Een nieuw project is het bouwen van een peelboerderijtje, waar het vroegere boerenbedrijf actief op kleine schaal zal worden uitgeoefend met een moestuin, varkens, koeien en akkers.
De inkomsten van Eynderhoof bestaan uit:
- entreegelden van bezoekers;
- de opbrengsten van de horeca-activiteiten;
- de opbrengsten van producten gemaakt door vrijwilligers;
- de bijdragen van Vrienden van Eynderhoof.
De nazit
Na de rondleiding bezochten zeer veel deelnemers de herberg van Lieberte Gon in Eynderhoof om te genieten van een of meer drankjes. De herberg was te klein voor de vele bezoekers. Een aantal moest uitwijken naar een aangebouwde tent. Een veel genuttigde drank was Gouverneurbier van brouwerij Lindeboom in Neer. De editie 2024 van Gluren bij de buren was in Neer begonnen. De cirkel was daarmee rond. Velen lieten zich de kans niet ontgaan om te genieten van een stuk vlaai, gebakken in de oven van Eynderhoof. Op deze avond is door de deelnemers aan deze Gluren bij de buren een stevige bijdrage geleverd aan de inkomsten van Eynderhoof. Tijdens de nazit vond er ook nog de loting plaats. Wie de prijswinnaars waren en wat de prijzen waren, is uw verslaglegger ontgaan.
Slot
Met de nazit in Eynderhoof eindigde deze goed georganiseerde en perfect uitgevoerde Gluren bij de buren in Nederweert-Eind. Alle lof en dank voor de organisatie en de vrijwilligers die deze avond tot een succes hebben gemaakt. Nederweert-Eind staat nu voor velen (weer) op de kaart.