POSTUUMFRITS WEERTS (1939-2022)
Eenarmige molenaar leerde bescheiden Weertenaars wat plaatselijke trots is
Ondanks het gemis van een arm was Frits Weerts niet het type om bij de pakken neer te zitten. Met wat improvisatie ging zelfs klussen en asperges schillen hem nog best goed af. Ook stortte hij zich op zijn passie: de lokale geschiedenis.
Bart Jungmann6 juli 2022, 21:30
Veldeke krînk Wieërt, harmonie St. Antonius, Stadsgidsen Weert, Stadsschutterij St. Catharina 1480, Lambieck Knoup, Bal Champêtre, Molenstichting Weerterland, Stamtäöfelkes en natuurlijk De Aldenborgh.
Wie mocht denken dat in Weert niets te doen is, moet bovenstaande opsomming eens goed tot zich laten doordringen. Al die organisaties, verenigingen en publicaties hadden, tot aan zijn dood, één duizendpoot gemeen: Frits Weerts. Een duizendpoot met één arm. Ook dat nog.
Laat zijn levensverhaal beginnen met die andere arm, van zijn lijf gerukt tijdens een stage in Zweden. Dochter Gabi mailt het bericht dat een Zweedse krant daarover publiceerde op 29 september 1965. Dat gaat over een explosie van meel, vitaminen en broodverbeteraar in een molen bij Helsingborg. Daarbij drong een stuk metaal in Weerts’ linkerarm. In het plaatselijk ziekenhuis konden artsen niets ander doen dan amputeren.
Weerts was in Zweden om zijn opleiding tot molenaar te voltooien. Daarna zou hij aan de slag gaan bij de plaatselijke meelfabriek, de maelmuuële om het op z’n plaatselijks te zeggen. Maar daar, in Helsingborg, leek zijn toekomst te ontploffen.
Revalidatie
‘25 jaar was ik. Mijn leven moest nog beginnen’, zei Frits Weerts er zelf over in het tijdschrift Weert Magazine. Na terugkeer uit Zweden zou Weerts trouwen en de kost verdienen als chef molenaar. Het eerste ging gewoon door, zoals gepland. Het tweede uiteindelijk ook, zij het na een langdurige revalidatie.
Frits Weerts was nooit het type dat bij de pakken neerzat. Voor alles was een oplossing. Asperges, nog zo’n specialiteit van hem, laten zich moeilijk met één hand schillen. Dus ontwikkelde Frits Weerts een installatie waarmee dat wel ging.
Ander voorbeeld: klussen ging hem ook nog best goed af, met wat doorzettings- en improvisatievermogen. ‘Zo is Frits erin geslaagd om met een hamer op zijn eigen duim te slaan. Dat zullen maar weinig mensen met één arm hem kunnen nazeggen’, zegt Vincent van den Berg, een levenslange vriend.
Met hem deelde Weerts zijn grootste passie: de geschiedenis van Weert. Samen waren ze een drijvende kracht achter De Aldenborgh, het geschied- en heemkundig genootschap in hun woonplaats. ‘Desnoods ging hij door een viersteens muur’, zegt Van den Berg over Weerts’ enthousiasme daarvoor. Van zichzelf zijn Weertenaars nogal bescheiden, maar van Frits Weerts leerden ze wat plaatselijke trots is.
Daarnaast gingen de twee vrienden elk jaar wandelen in Oostenrijk. Tijdens een van die trips werd Weerts opgenomen met een bloedvergiftiging. Alcohol was uit den boze in het ziekenhuis en dat was een groot probleem. Frits Weerts leefde op een liter bier per dag. ‘De volgende ochtend zat-ie ons op te wachten, met een glimlach van oor tot oor. Was het hem toch gelukt.’
Scootmobiel
Zo heeft Frits Weerts tot aan zijn dood van het leven genoten, hoe zwaar de laatste jaren ook waren. De prothese, zo’n ouderwets lomp ding, verdroeg hij niet meer. Toen bleek hoe hij de rest van zijn lichaam had geforceerd. Helse pijnen, zoals hij het zelf omschreef, waren het gevolg. Daarnaast speelde de longziekte copd hem steeds meer parten. Maar als het even ging, reed hij in zijn scootmobiel de stad in voor een biertje ‘oonger de mînse’.
Op Eerste Pinksterdag werd in Weert het Kasteelpark geopend met de onthulling van een standbeeld van de graaf van Horne, medestander van Willem van Oranje. Heel zijn volwassen leven had Frits Weerts zich sterk gemaakt voor dat standbeeld. Eindelijk was het zover, een dag voor zijn dood.
Bron: De Volkskrant 6 juli 2022