Foto`s en tekst: Wil Filott
Op 20 september 2025, de laatste dag van de astronomische zomer maar al 20 dagen in de meteorologische herfst, vond de najaarsexcursie van GHK ”Land van Thorn”, de Aldenborgh en LGOG, kring Weert, plaats. De weergoden waren ons deze keer, evenals bij de voorjaarsexcursie naar Mechelen, weer goed gezind. Met een goedgevulde bus werd koers gezet naar Sint-Truiden in de Haspengouw, een gekende fruitstreek.
In het Veilinghuis te Sint-Truiden konden we genieten van een kop koffie of thee en een kattenkop, een Truiense lekkernij gemaakt van korstdeeg en een appel. De koffie en thee waren à volonté.
Na een korte busrit bereikten we het centrum van Sint-Truiden. We werden op een iets andere plaats afgezet dan voorzien, op het Europaplein. Enkele straten waren afgezet, niet vanwege ons bezoek maar omdat er behalve de wekelijkse, drukke markt ook het PIT-festival plaatsvond, een driedaags cultureel en culinair evenement.
Het gezelschap werd in twee groepen verdeeld voor een stadswandeling en een bezoek aan het stadhuis en de Onze- Lieve-Vrouwekerk. Uw verslaglegger kan alleen verhalen van zijn indrukken in zijn groep met als gids Kathleen Smolders. De gids van de andere groep was Jo Fabré.

De Kus – Sint-Truiden
Op het Europaplein is op de plek van de verdwenen Brustempoort een groot kunstwerk van de Truiense kunstenaar Koen Vanmechelen te zien, genaamd De Kus. Het kunstwerk bestaat uit twee gekruiste zwaarden met aan de bovenkant een kip en een haan.
De twee zwaarden zijn een verwijzing naar de tijd dat mensen elkaar met zwaarden bevochten bij de Brustempoort. De plaats waar de zwaarden elkaar raken is een symbool voor een kus van verzoening. De haan en in het bijzonder de kip zijn dieren waar Vanmechelen verzot op is. Afbeeldingen van kippen zijn vaak terug te vinden in zijn kunstwerken. Hij kruist ook kippen om een sterker ras te creëren.

Ode aan het fruit – Sint-Truiden
Op weg naar de grote Markt wees de gids ons in de Luikerstraat op een gevel met vijf koppen, een ode aan het fruit.

Huis uit 1653 – Sint Truiden

Stadhuis met Belfort – Sint Truiden
Op de hoek van de Luikerstraat en het Heilig Hartplein staat een van de oudste huizen van Sint-Truiden, daterend uit 1653. Door de marktkramen begaven we ons naar het stadhuis. Dat staat vrijstaand ongeveer in het midden van de markt. Die plaats was de uitkomst van een dispuut tussen de abt van de abdij van Sint-Truiden en de bisschop van Luik. De kern van het stadhuis is de oorspronkelijke lakenhal. Daaromheen is later het stadhuis gebouwd.

Beeld Sint Trudo in de Onze- Lieve-Vrouwekerk – Sint-Truiden
In het stadhuis vertelde Kathleen Smolders iets over de naamgever van Sint-Truiden, de heilige Trudo. Trudo, geboren in de 7de eeuw, stamde uit een rijke familie. Zijn ouders zijn vroeg gestorven. Remaclus, bisschop van Maastricht, stuurde hem naar Metz, waar hij een priesteropleiding volgde. Zijn bezittingen stond hij af aan de bisschop van Metz. Na zijn priesterwijding ging hij naar Sint–Truiden, waar hij een kerk en een klooster bouwde. In latere tijden groeiden die uit tot een abdij. Trudo wordt meestal afgebeeld met een staf en kerk in zijn handen.
Het stadhuis is redelijk sober ingericht in classicistische stijl. In het gebouw bevinden zich trompe l`oeil afbeeldingen. Op een aantal daarvan zijn schepen afgebeeld. Sint-Truiden ligt niet aan zee, maar deze afbeeldingen zijn een verwijzing naar de korte tijd dat Sint-Truiden tot het Koninkrijk der Nederlanden behoorde. Op het “Schoon Verdiep” bevinden zich de trouwzaal en de vergaderzaal van de gemeenteraad.

Deelnemers aan de rondleiding in de kerk, aandachtig luisterend naar Kathleen Smolders.

Schilderij koningin Astrid
In de trouwzaal vertelde Kathleen Smolders over de achtergrond van het gebruik van de bruidsluier. In vroeger tijden was het huwelijk vaakeen familieaangelegenheid, vooral in adellijke en rijke kringen. De bruidegom en de bruid kenden elkaar niet. De bruidegom had voor de huwelijksvoltrekking de bruid niet in levenden lijve gezien, hooguit op een afbeelding. De bruid was bij de huwelijksceremonie volledig gesluierd. Na het ondertekenen van de huwelijksakte mocht de bruidegom de sluier oplichten. Wat hij dan te zien kreeg was een verrassing.
In de bruidszaal hing ook een vrouwshoog portret van koningin Astrid, de in 1935 in Küssnacht verongelukte echtgenote van koning Leopold III. Blijkbaar is zij in België nog steeds zeer geliefd.
Vervolgens brachten we een bezoek aan de collegiale Onze- Lieve-Vrouwekerk. De oudste resten van de kerk stammen uit de 13de eeuw. Met de bouw werd begonnen omdat de abdijkerk te klein werd voor het aantal gelovigen. In de loop der tijd hebben er veel renovaties plaatsgevonden. Tijdens de inlijving bij Frankrijk werd alles uit de kerk – en overigens ook uit de abdij – weggehaald. Na het vertrek van de Fransen werd het interieur weer zo goed mogelijk in ere hersteld, onder meer door teruggave van stukken die door gelovigen verborgen waren geweest. In de kerk bevindt zich een aantal altaren gewijd aan heiligen. Bijzonder is dat elk altaar een reliek bezit van de desbetreffende heilige.
Kathleen Smolders verhaalde in de kerk over Christina, een boerenmeid uit Brustem. Zij stierf vrij jong. Tijden haar begrafenis komt ze weer tot leven. Waarschijnlijk een zaak van schijndood of coma. Daarna leidt zij het leven van een bohémienne. Ze voelt zich nergens thuis en beult haar lichaam tot het uiterste af. Later biedt zij een luisterend oor aan mensen met problemen. Zij sterft in het Sint-Catharinaklooster te Sint-Truiden. In de kerk staat een standbeeld van Christina met op borsthoogte symbolisch twee deurtjes met aan de binnenzijde spijkers. Door de deurtjes dicht te doen zou Christina zichzelf gepijnigd hebben.

Altaar met laatste avondmaal.

Beeld Christina met de spijkerdeurtjes.

Vitrine met heiligenbeelden.
Onder de moderne, naar de gelovigen gerichte altaartafel bevindt zich achter glas de reliekschrijn van de heilige Trudo.

Reliekschrijn Sint Trudo met bloemen en fruit.

Groenmarkt Sint-Truiden.
Na de lunch in een van de vele horecagelegenheden die Sint-Truiden rijk is, was het tijd voor een rondwandeling in het centrum van Sint-Truiden. Op de Groenmarkt attendeerde onze gids ons op een rijtje panden. Twee daarvan dateren uit het begin van de 20ste eeuw en zijn in klassieke stijl gebouwd. Het andere is een modern gebouw met een glazen serre als opbouw. De gevel daarvan is bezet met blauwwitte tegeltjes met afbeeldingen van verschillende kippenrassen, een project van kunstenaar Koen Vanmechelen.

Deelnemers excursie in de Academiezaal met helemaal links onze zanger Monne Bex.

Gehavende abdijtoren
Daarna ging het richting het voormalige abdijcomplex. In dat complex bevindt zich de zogenaamde Academiezaal. De Academiezaal is achthoekig van vorm en mooi gerestaureerd. De zaal heeft een uitstekende akoestiek. In de 19de eeuw werd de zaal gebruikt voor retorica-oefeningen in het Klein-Seminarie in Sint-Truiden van het bisdom Luik.
De aankomende priesters konden hier hun preken oefenen. Als ze dat vak goed beheersten, konden zij hun welsprekendheid laten horen aan familie en bekenden. Hoe goed de akoestiek is, konden de deelnemers van deze groep zelf constateren toen deelnemer Monne Bex uit Hamont het Santa Lucia ten gehore bracht. Van de oude abdij rest na een verwoestende brand in 1975 alleen nog een gehavende toren en een toegangspoort.
Aan de achterzijde van de toren zijn de verschillende bouwfasen duidelijk te onderscheiden. De metalen palen staan symbool voor de pilaren van een zijbeuk van de vroegere abdijkerk.

Poortgebouw naar cour d`honneur
De toegangspoort leidde vroeger tot een binnenplein, de cour d` honneur. Via een trapbordes had men dan toegang tot de Keizerszaal, de ontvangstzaal van de abt. Het poortgebouw en de Keizerszaal werden gebouwd in opdracht van abt Jozef van Herk. In de Keizerszaal was een tentoonstelling, gewijd aan de enorme brand van 50 jaar geleden.
Als laatste onderdeel van onze groep stond een bezoek aan de Minderbroederskerk op het programma. Deze bleek gesloten te zijn, maar onze gids wist op slinkse wijze via de tuin en een zijingang toch toegang tot de kerk te verkrijgen. De Minderbroederskerk was een kerk van de Franciscanen, een bedelorde, naar de kleur van hun pij ook “bruine paters” genoemd. In de tuin had vroeger een pesthuisje gestaan waar de pestlijders verzorgd en gevoed werden. De tuin wordt aan een kant afgesloten door restanten van een oude vestingmuur van de stad Sint-Truiden.

Altaar paterskerk
De Minderbroederskerk – of paterskerk – bleek een grote en hoge kerk te zijn, waar de paterskerk aan de Biest in Weert zeker twee keer in zou passen. De kerk is aan de eredienst onttrokken – of ontwijd zoals men in België zegt. In de winter wordt hij als schaatsbaan gebruikt. Ondanks de ontwijding is in het kerkgebouw nagenoeg het gehele kerkinterieur nog aanwezige en intact. De belichting was helaas niet in overeenstemming met de vroegere functie.
Na het cultuurhistorische programma was er nog tijd om op een van de vele terrassen in het centrum van Sint-Truiden te genieten van een drankje. De terugreis naar Thorn en Weert verliep voorspoedig. Nadat de brug over de Maas bij Wessem gepasseerd was, werden de deelnemers aan de excursie door Hub aan den Boom bedankt voor hun deelname en het feit dat zij stipt op tijd bij de bus waren om de terugreis te aanvaarden. Aan chauffeur Ludo werd een kleine attentie overhandigd.
De deelnemers kunnen terugzien op een geslaagde excursie. Daaraan hebben de uitstekende gidsen, Kathleen Smolders en Jo Fabré, veel aan bijgedragen.
De organisatoren zijn verheugd over de enthousiaste reacties van de deelnemers. Zij zullen zich binnenkort beraden over de bestemming en het programma van de voorjaarsexcursie. De leden van het LGOG, De Aldenborgh en GHK Thorn zullen daar tijdig een uitnodiging met informatie over ontvangen. Bekijk ook regelmatig de berichten op de site van GHK Thorn en De Aldenborgh voor informatie over activiteiten en cultuurhistorische onderwerpen.