Foto`s: Jack Duijf, tekst: Wil Filott
Op 5 augustus 2025 hadden zich meer dan 400 (!) liefhebbers van regionale cultuurhistorie begeven naar Thorn. Waar veelal de deelnemers aan ”Gluren bij de buren” ontvangen worden in de plaatselijke kerk, was dat in Thorn in het mooie openluchttheater, met uitzicht op de toren van de abdijkerk. Het aantal zitplaatsen in het theater was te klein voor het grote aantal bezoekers. Dit aantal deelnemers is een bewijs dat het beproefde concept na 20 jaar nog steeds actueel is en veel belangstellenden trekt. Geschiedenis is niet alleen verleden, maar ook heden en toekomst.

Overzicht bezoekers openluchttheater.
Firmin Snijkers

Firmin Snijkers.
Firmin Snijkers, voorzitter van de geschied- en heemkundige kring “Het Land van Thorn” heette de aanwezigen welkom. Hij toonde zich verheugd over de geweldige opkomst. Hij dankte allen die deze avond mogelijk hadden gemaakt, waaronder deken van Miltenburg, Els Breukers, Peter Roost en Thieu Wieërs.
Voor de bezichtigingen en verhalen waren zes locaties uitgezocht, waarvan vijf op de Wijngaard. De bezoekers werden verdeeld in zes groepen van 70 personen. Vervolgens gaf hij het woord aan Peter Korten.
Peter Korten

Peter Korten.
Peter Korten verwelkomde de aanwezigen namens de Aldenborgh en de kring Weert van het LGOG. Gelet op de opkomst constateerde hij dat geschiedenis leeft, uitnodigt en verbindt. Hij memoreerde dat in Thorn veel historisch onderzoek plaats had gevonden en nog steeds plaatsvindt. De resultaten daarvan zijn te vinden in diverse publicaties in de Kroetwès, het verenigingsblad van GHK Land van Thorn.
Een belangrijke plaats voor onderzoek is het RHIDOC (Regionaal Historisch Informatie en Documentatiecentrum) in Thorn. Hij typeerde het RHIDOC als een kraamkamer voor historische ontdekkingen. Hij riep de bestuurders van de gemeente Maasgouw in de persoon van de aanwezige wethouder Cretskens op het voortbestaan van het RHIDOC veilig te stellen.
Peter kon het niet laten de belangrijke positie van Weert in de wereldgeschiedenis, en dus ook in die van Thorn, naar voren te brengen. De uit Weert afkomstige pastoor van Thorn, Beelen, speelde volgens hem een belangrijke rol bij de opheffing (scheuring) van de harmonie van Thorn en de oprichting in 1863 van de kerkelijke harmonie van Thorn, de geiten.
Hij sloot af met een aankondiging van komende activiteiten:
op 12 augustus een lezing in de kerk van Kessenich over Suisses, ordebewaarders bij kerkdiensten, met nazit in het schutterslokaal,
op 19 augustus ”Gluren bij de buren” in Dorplein,
op 21 augustus een mini-symposium in Bocholt over de industriële ontwikkeling in onze regio.
Uw verslaglegger werd ingedeeld in groep 2. In het vervolg van dit verslag geeft hij zijn persoonlijke impressie van “Gluren bij buren” in Thorn in deze groep.
Film over Thorn in de parochiezaal
In de parochiezaal Onder den Toren 5 werd een film vertoond over de historie van Thorn. De eerste aanblik van de kern van Thorn is een aaneenschakeling van kleine, lage huisjes en grote, statige, panden, veelal wit geschilderd.
In 892 werd door Ansfried een kloosterorde gesticht te Thorn. Zijn echtgenote Hilsondis is heilig verklaard en zou in Thorn in de abdijkerk begraven zijn. In november 1893 werd in de kerk haar graf opengebroken. Onder de dekplaat vond men een zware, loden kist met beenderen. Of die van Hilsondis zijn, kan niet vastgesteld worden.
De leden van de kloosterorde leefden eerst volgens de regels van Benedictus. De orde evolueerde tot een stift voor hoogadellijke dames. Thorn was gedurende 800 jaar een onafhankelijk vorstendom onder leiding van een gekozen abdis. Het vorstendom viel rechtstreeks onder de Keizer van het Duitse rijk. Om tot het stift toegelaten te worden moesten de kandidaat stiftdames met 16 kwartieren aantonen dat zij van de hoogste adel afstamden. De stiftdames kregen een prebende ( (soort toelage) afkomstig uit de inkomsten van het stift. In de 16e eeuw mochten de stiftdames hun kloosterlijke kleding afleggen en zich vrijelijk kleden. De abdis werd gekozen door de stiftdames. Zij moesten na hun verkiezing een eed afleggen op de bijbel om in Thorn te blijven.
Het vorstendom had een eigen rechtbank: een schepenbank die oordeelde in civiele en strafrechtelijke zaken. Het had geen leger. Voor handhaving van de openbare orde werd een beroep gedaan op de schutterijen uit de naburige dorpen. Het vorstendom had wel muntrecht. Onder abdis Van Brederode werd valsemunterij bedreven.
Thorn werd tweemaal getroffen door een stadsbrand. In 1645 gingen 40 huizen en de kerk in vlammen op. In 1728 werd een deel van de huizen vernield. Uit dankbaarheid dat bij de laatste brand ook veel huizen gespaard bleven werd het Heilig Sacrament uitgesteld en een brandprocessie gehouden die tot op heden nog jaarlijks uittrekt. Na de Franse inval werd het stift opgeheven. De stiftdames waren toen al vertrokken naar het Duitse Steele. De gebouwen van het stift werden afgebroken behalve de abdijkerk. Deze werd parochiekerk. De kleine oorspronkelijke parochiekerk naast de abdijkerk werd afgebroken.
Door de Fransen werd belasting op de omvang van de ramen ingevoerd. Dat leidde ertoe dat veel ramen werden dichtgemetseld. Om dat te verhullen, werden huizen wit geverfd. Daar dankt Thorn zijn naam als het “Witte Stadje” aan.
Het RHIDOC en Peter Roost

Peter Roost.
In het Regionaal Historisch Informatie en Documentatiecentrum (RHIDOC) werden we verwelkomd door Peter Roost. Hij vertelde dat het RHIDOC een schat aan historische informatie bevat, niet alleen over Thorn maar ook over omliggende gemeenten aan beide zijden van de grens. Het RHIDOC verzorgt ook een tweetal cursussen: een cursus over stamboekonderzoek, gegeven door Thieu Wieërs en een cursus oud schrift lezen, gegeven door Peter Roost. Het RHIDOC drijft op vrijwilligers.
Nieuwe vrijwilligers zijn van harte welkom. Zij kunnen zich melden bij Peter Roost.
Thieu Wieërs

Thieu Wieërs.
Thieu Wieërs vertelde in de studiezaal dat het RHIDOC de geschiedenis van familie, dorp en vaderland bevat. Na de annexatie in 1795 van Thorn door de Fransen moesten alle teksten in het Frans worden geschreven. De bevolking was in zijn algemeenheid niet ingenomen met de Fransen, met name niet omdat de Franse revolutionaire overheid zeer anti-kerks was. De annexatie leverde ook goede dingen op zoals de invoering van de burgerlijke stand. Borelingen moesten worden aangegeven bij de burgerlijke stand en ook fysiek worden getoond aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Zo kon men het geslacht vaststellen wat van belang was voor de rekrutering van toekomstige soldaten.
Na de inlijving door de Fransen kwam de katholieke kerk onder zware druk te staan. Het gevolg was dat er bijna geen pastoors meer waren. Het kwam regelmatig voor dat kinderen niet werden aangegeven maar wel werden gedoopt door middel van een zogenaamde nooddoop. Immers: in geval van nood mag en moet iedereen dopen.
Trouwen moest ook voor de burgerlijke stand gebeuren. Aanstaande bruidsparen die dat niet wilden, trouwden wel voor de kerk. Ongehuwd samenwonen was in die tijd not done. Voor trouwen was een pastoor nodig. Bruidsparen weken dan ook uit naar een gebied dat nog niet door de Fransen was geannexeerd. Zo zijn veel kerkelijke huwelijken van bruidsparen uit de regio voltrokken in de kerk te Susteren dat nog niet door de Fransen was ingelijfd. Een vervelende bijkomstigheid was dat de kinderen uit zo’n kerkelijk huwelijk door de Fransen als onwettige kinderen werden beschouwd en bijvoorbeeld niet van hun ouders konden erven. Veel echtparen trouwden daarom later alsnog voor de wet.
Jongens in de ingelijfde gebieden moesten in Franse militaire dienst. Daarvoor werden ze gekeurd. In die keuringsverslagen zijn persoonsbeschrijvingen opgenomen over bijvoorbeeld hun lengte, kleur van de ogen en de haren. Dat de Franse legerdienst geen lolletje was moge blijken uit het feit dat Napoleon in 1812 met 625.000 soldaten naar Rusland is vertrokken en dat er maar 25.000 met hem terug zijn gekomen.
Thieu Wieërs vertelde als persoonlijke anekdote dat hij in het doopboek van Hunsel gevonden had dat zijn schoonmoeder in 1913 gedoopt was in de baarmoeder. Het was blijkbaar een moeizame bevalling geweest.
Het museum

Monique van Rijt in het museum in Thorn.
Het museum wordt gerund door vrijwilligers. Er is een vaste tentoonstelling. Daarnaast zijn er tijdelijke tentoonstellingen, recent over bodemvondsten en Zouaven. Op een wand in het museum is een tijdlijn afgebeeld waarin de historie van Thorn wordt weergegeven. Onderwerpen zijn onder meer prehistorische vondsten, gedaan bij baggeren in de Maas, Romeinse munten, de stichting van de abdij, de opname van Thorn in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1814, de mijnwerkers in de 20e eeuw, de harmonieën, de bevrijding in 1944 en de kunstenaars van Thorn. Als herinnering aan het museum kreeg iedere bezoeker een blauwe draagtas met inhoud van het museum met het opschrift “Hart van Limburg”.
De woning en tuin van Els Breukers aan de Wijngaard

Els Breukers in de voordeur van haar woning.
Els Breukers had haar woning aan de Wijngaard, daterend uit de tijd van het Stift, voor de vele bezoekers van “Gluren bij de buren” opengesteld.
De bezoekers konden de eerste etage en de kelder bezoeken. Els had bij de restauratie van het pand ernaar gestreefd zoveel mogelijk de oude sfeer te handhaven. De restauratie was wel een moeizaam proces geweest, niet in de laatste plaats door de opstelling van “deskundigen” van monumentenzorg.
Op de eerste etage hingen in de gang veel schilderijen. Daar had zij bewust voor gekozen omdat in vroegere tijden de bewoners dat ook deden omdat zij niet met hun rijkdom te koop wilden lopen. Ook de langgerekte, mooie tuin was bijzonder vanwege het hoogteverschil van zo`n zeven meter tussen het huis en de tuin, die uitkomt bij de beek.
Geveltekens en Frans Tonnaer

Frans Tonnaer.
Frans Tonnaer vertelde in de Hofstraat dat er een onderzoek was gedaan naar het voorkomen van gevelstenen in Thorn. Het was overigens beter om niet te spreken van gevelstenen maar van geveltekens omdat ook muurijzers en dergelijke in het onderzoek waren betrokken. In totaal zijn er in Thorn 59 geveltekens.
De eerste aangewezen gevelsteen was in de hoge toegangspoort van het paleis van de abdis. De toegangspoort is hersteld op ware grootte en de gevelsteen is geplaatst en gedateerd in het jaar dat de herstelling voltooid werd. De poort vormde de afscheiding van het immuniteitsgebied van de abdij; een gebied waar eigen regels golden. In totaal zijn er 7 immuniteitspoorten geweest. Op de binnenplaats achter de poort staat een groot standbeeld van de stichter van de abdij, Ansfried, gemaakt door de Thornse kunstenaar Harry van de Boel.
In de Hofstraat staat een aantal huizen met geveltekens. Op een woning staat in muurankers 1701. In die woning was de school van het stift gevestigd. Andere muurankers in dat pand vormen de letters Z en B. Dat zou volgens de volksmond staan voor “zonder bier”. In een ander huis zijn drie stenen kogels ingemetseld ter gelegenheid van de Vrede van Munster in 1648. De kogels zijn mogelijk afkomstig uit Stevensweert. In Thorn is er niet gevochten.
Op een gevelsteen staan de drie horens van het wapen van de Van Hornes afgebeeld. De Van Hornes waren voogd (beschermheer) van het vorstendom. In een woning in de Hofstraat woonde koster Christiaan Ex. Omdat hij de maagd van pastoor Beelen had bezwangerd, is hij als koster ontslagen.
De Sint Michaëlskerk en Jac. Forschelen
In de kerk werden de bezoekers welkom geheten door pastoor-deken Miltenburg. Nadat hij aandacht had gevraagd voor een collecte voor het onderhoud van de kerk gaf hij het woord aan Jac. Forschelen.

De Sint Michaëlskerk in Thorn.

Pastoor-deken Miltenburg.

Jac. Forschelen.
Jac. Forschelen vertelde dat de kerk, oorspronkelijk een inpandige kerk van het adellijke stift, in het begin een romaanse structuur had. Daarvan resteert alleen de Romaanse westbouw. Later werd de kerk verbouwd op basis van de geloofsovertuiging van abt Suger van de abdij Saint- Denis: God is licht. De abt was ook theoloog en bouwkundige. Hij vond dat “God is licht ”ook tot uitdrukking moest komen in de architectuur van een kerk. Dat leidde tot een nieuwe bouwstijl, waarin grote ramen voor een toevloed van licht zorgden. De essentie daarvan was dat ribgewelven de zwaarte naar bepaalde punten afvoerden. Daardoor werd het mogelijk grote ramen te plaatsen. De gotische bouwstijl was daarmee geboren.
Deze stijl zien we terug in veel kerken en kathedralen in Frankrijk zoals in Chartres, maar ook in Thorn. Wegens geldgebrek bleef de verbouwing in gotische stijl in Thorn aanvankelijk beperkt tot het hoogkoor en het transept. Na het Concilie van Trente in 1566, een reactie op het opkomend protestantisme, kwam een nieuwe bouwstijl in zwang, de zogenaamde barok. Het interieur van kerken werd uitbundiger. In Thorn werden (kopieën van) schilderijen voor de kerk gekocht. In de laatste fase van de herinrichting rond 1680-1690 werden gotische elementen weggekapt en vervangen door witte gipsen ornamenten. Eind 18de eeuw werd in de kerk het prachtige hoogaltaar geplaatst, afkomstig van de kerk van de door de Oostenrijkse keizer opgeheven kartuizerorde in Roermond.
In de Franse tijd werd de kerk van afbraak gered door enige notabelen uit Thorn. De stiftkerk werd parochiekerk. De oude parochiekerk werd afgebroken. In de 19de eeuw werd door de bekende Roermondse architect Pierre Cuypers de kerk “gerestaureerd”. Hij bouwde de hoge toren. Hij wilde de kerk terugbrengen naar de gotische stijl. Dat is niet gebeurd. Toen Cuypers samen met de beroemde Franse restauratie-architect Viollet-le-Duc , een vriend van Cuypers, een bezoek aan de kerk in Thorn bracht, zou Viollet-le-Duc na binnentreden van de kerk op zijn knieën zijn gevallen en tegen Cuypers gezegd hebben: Monsieur Kwiepèr, ne touchez pas à l`interieur: meneer Cuypers, blijf van het interieur af. Thorn bezit daarom ook nu nog een kerk in barokstijl, een zeldzaamheid in Nederland.
Slot
Terugblikkend kan uw verslaglegger niet anders dan concluderen dat deze “Gluren bij de buren” in Thorn een groot succes was. De organisatoren mogen trots zijn dat zoveel bezoekers de weg naar Thorn hebben gevonden. De bezoekers hebben kunnen genieten van mooie gebouwen en interessante verhalen over deze historisch zo belangrijke en unieke plaats.
Veel dank ook aan de vrijwilligers zonder wier medewerking een dergelijk evenement niet georganiseerd kan worden.

Een indruk van het aantal mensen in de kerk.