
Een deel van de bezoekers.
Verslag: Wil Filott
Peter Korten verwelkomde de ongeveer 120 bezoekers bij brasserie-hotel Antje van de Statie in Weert voor een lezing over een cultuurhistorisch onderwerp. Hij kondigde de spreker van vanavond, dr. Frans Nies, aan als een geboren Weertenaar uit de Heiligenbuurt.

Frans Nies – kunsthistoricus
Frans Nies vertelde dat zijn lezing de titel had “Het einde der tijden voor ogen”. Hij zei dat de lezing enerzijds over het geloof in het einde der tijden met een climax in de late middeleeuwen zou gaan en anderzijds de benadering van het onderwerp door Hieronymus Bosch.
Hij was tot het onderwerp voor zijn proefschrift en deze lezing gekomen door de Spaanse monnik José de Siguenza. Deze heeft de kunstwerken beschreven van Hieronymus Bosch in de kunstverzameling van koning Filips II van Spanje in het Escorial. De Siguenza verdedigde rond 1600 Bosch en zijn werk tegen beschuldigingen van ketterij. In die tijd woedde er een hevige strijd tussen het katholicisme en het opkomend protestantisme. Bosch was lid van de Onze Lieve Vrouwe Broederschap in `s Hertogenbosch, dus van ketterij was geen sprake.

Detail ”Aanbidding door de koningen”.
In schilderijen van Bosch, zoals Het Laatste Oordeel, de Verzoeking van Antonius, de Hooiwagen en Tuin der Lusten, worden leden van de geestelijkheid niet al gunstig afgebeeld. Dat was overigens in die tijd niet bijzonder. Het bespotten van de geestelijkheid kwam veel voor. Reden daarvoor was de levensstijl van veel geestelijken.
In het drieluik “Aanbidding door de koningen” van Bosch zou de in de deur staande persoon de antichrist zijn. De kroon op zijn hoofd is een toespeling op de pauselijk tiara. Het afbeelden van de paus als antichrist zou een reactie op het gedrag van de geestelijkheid zijn. De antichrist werd gezien als een tegenspeler van Christus, voorafgaande aan het einde der tijden. Ook Maarten Luther, die in 1517 zijn stellingen aan een kerkdeur in Wittenberg spijkerde, was ervan overtuigd dat het einde der tijden nabij was.
Het einde der tijden in het christendom
In het Jodendom was er het geloof in de Messias. Deze zou op ieder moment kunnen verschijnen om de joden te bevrijden. Daarna zou er vrede zijn als voorportaal tot het einde der tijden.
In het vroegste Christendom beschouwden de gelovigen, opgegroeid in de joodse traditie, Jezus, de gekruisigde, als de Messias. In de vroegchristelijke tijd was er al sprake van de antichrist. In de tweede brief van Paulus aan de Tessalonicenzen staat: ”de tegenstander, die zich verheft boven al wat God heeft,… zo zelfs dat hij zich neerzet in Gods tempel en zich voor God uitgeeft”. In de brieven van Johannes wordt voor het eerst expliciet melding gemaakt van de antichrist: “Gij hebt gehoord dat de ‘antichrist’ moet komen. Inderdaad, er zijn nu al vele antichristenen opgestaan en daarom weten wij dat het laatste uur is aangebroken”.
In de Morgan Beatus, vervaardigd in Spanje, dat toen grotendeels onder Moorse invloed stond, wordt het vermoeden uitgesproken dat in de Islam de antichrist was te herkennen.

Christus en de antichrist, Lucas van Cranach.
In de 10de eeuw werd door de “Libelli de Antichristo” het denken over de antichrist in ruimere kring bekend. Vanaf de 10de eeuw werd er een koppeling gelegd tussen tegenslagen en de antichrist. In Italië was er de opkomst van de Fraticelli. Zij wilden de leer van Franciscus strikt uitvoeren. Pausen werden aangewezen als antichrist. Later ontstond de beweging van flagellanten; personen die zichzelf geselden in de hoop dat ze gespaard zouden worden bij de naderende catastrofe.
Rond 1400 is er sprake van het zogenaamde westers schisma, een tijd van pausen en tegenpausen. Het gedrag van de pausen stond lijnrecht tegen de leer van Christus. De paus werd dan ook beschouwd als de antichrist.
Luther ontpopte zich als een tegenstander van de paus. Luther was er stellig van overtuigd dat de paus de antichrist was en dat het einde der tijden nabij was. Hij vond in Lucas Cranach een medestander die de tegenstellingen tussen de leer van Christus en de praktijk in beelden weergaf. In de prent Christus en de antichrist toont hij enerzijds Christus die de voeten wast en anderzijds de paus die zich de voeten laat kussen. In het 5de Latheraans concilie begin 16de eeuw werd een verbod op uitingen over de antichrist en het einde der tijden uitgevaardigd.
De antichrist in de kunst
In de 11de eeuw werd in de kerk van de abdij van Saint-Foye te Conques een timpaan aangebracht die het laatste oordeel uitbeeldt. Deze voorstelling geldt als standaardiconografie voor latere afbeeldingen van het laatste oordeel.

Timpaan in de kerk van de abdij van Saint-Foye te Conques.
Stefan Lochner schilderde in 1435 een laatste oordeel met een scheiding van “goeden” en ”kwaden”. Daarin is in de rechterbenedenhoek duidelijk te zien dat de paus en een kardinaal, herkenbaar aan hun tiara en mijter, richting hel gaan. De “goeden” gaan geholpen door engelen naar de hemelpoort.

Laatste oordeel, Stefan Lochner.
Ook andere schilders, waaronder Hans Memling en Rogier van der Weyden, hebben schilderijen met als onderwerp het laatste oordeel vervaardigd.
Hieronymus Bosch heeft in zijn schilderij “Het laatste oordeel” een bijzondere wending gegeven aan het thema. Waar normaliter op dergelijke schilderijen aan de linkerzijde de “goeden” op weg zijn naar de hemel, heeft hij het aards paradijs met Adam en Eva afgebeeld. Lucas Cranach de oudere heeft een nagenoeg exacte kopie van dat schilderij gemaakt.

Het laatste oordeel, Hieronymus Bosch, Wenen.
In de schilderijen van Bosch van het laatste oordeel, die zich bevinden in Wenen resp. in Brugge, en in de Hooiwagen wordt in het linkerpaneel het aards paradijs afgebeeld. De middenpanelen beogen de mens weer te geven die alleen maar geïnteresseerd is in materiële zaken.
Een paneel van het schilderij Visioen van het hiernamaals van Hieronymus Bosch, vertoont enige overeenkomst met het eerder geschilderde Laatste oordeel van Dirk Bouts.

Laatste oordeel, Dirk Bouts.

Visioen van het hiernamaals, Hieronymus Bosch.
Bouts was ook een voorbeeld voor andere schilders, bijvoorbeeld voor Het laatste oordeel van Jan Provoost.
Frans Nies sloot zijn lezing af met de opmerking dat de notie van het einde der tijden nog wel leeft in protestantse kringen, met name is zogenaamde evangelische kringen in de Verenigde Staten. Ter geruststelling van het publiek zei hij dat hij Donald Trump niet zag als de antichrist.
Vragen
Op een vraag uit het publiek over spreekwoorden in het schilderij de hooiwagen van Bosch antwoorde Frans Nies dat hij daar geen specifiek onderzoek naar had ingesteld. Wel toonde hij zich enigszins sceptisch over de neiging om afbeeldingen te duiden met spreekwoorden.
Een andere vraag ging over het ontstaan van het doemdenken. Volgens de spreker meende Augustinus dat hij leefde in het duizendjarig rijk dat voorafging aan het einde der tijden. De angst leefde vooral bij gewone mensen. De hogere geestelijkheid had niet veel op met doemdenken.
Op de vraag of her een samenhang was tussen het doemdenken in de middeleeuwen en rampen zoals de zwarte dood en de 100-jarige oorlog antwoordde Nies dat het doemdenken al dateerde van het begin van het christendom.
Het antwoord op de vraag of het geen bewuste politiek was geweest om angst te zaaien kon hij niet eenduidig beantwoorden omdat dat onzeker is.
Peter Korten dankte Frans Nies voor zijn interessante lezing. Hij deelde mee dat de harmonie St. Joseph uit Weert recent in een plaats gelegen tussen Asenraai en Horn een uitmuntend resultaat gehaald had met een score van 93%.
Peter Korten sloot af met enkele activiteiten in de maand mei.
- Op 4 mei is er in het kader van 80 jaar bevrijding een gratis fietstocht in Weert Zuid, volgens de spreker het mooiste deel van Weert. De fietstocht voert verschillende oorlogsmonumenten onder meer het Lancaster-monument aan de Maaseikerweg, de oorlogsgraven in Swartbroek en het vredesmonument in Stramproy. Ook Tungelroy en Altweerterheide staan op het programma.
- Op 10 en 11 mei vindt er – ook in het kader van 80 jaar bevrijding – een evenement plaats in het Franciscushuis aan de Biest: Wieërter oorlogslaeve belaeve. Beeld, muziek, toneel en persoonlijke verhalen brengen het oorlogsverleden tot leven. Oorlogsgetuigen delen hun indrukwekkende verhalen in unieke en nog nooit eerder vertoonde beelden van cineast Peter Crins. Kaarten zijn verkrijgbaar bij het Munttheater.
- Op 17 mei is er een excursie naar Mechelen.
P.S. De in dit verslag opgenomen illustraties ter adstructie van de tekst zijn tijdens de lezing vertoond maar om kwaliteitsreden afkomstig van het internet.