Inleiding
Swartbroek was in de 19de eeuw een rustig en vreedzaam dorp. Dat is overigens ook nu nog het geval. Bij onderzoek in kranten en tijdschriften uit de 19de eeuw komen geen bijzondere zaken over Swartbroek naar voren.

Kaart Swartbroek rond 1891. Bron: Kadaster.
De berichten daarin hebben veelal betrekking op zaken als de bouw van een nieuwe school, de benoeming en overplaatsing van rectoren van de rectoraatskerk, de benoeming van onderwijzers, verkoop van bomen en enkele branden en diefstallen.
De gebeurtenis in 1891 die ik in dit artikeltje beschrijf, is ook niet wereldschokkend, integendeel, maar het leek mij wel aardig om hier aandacht aan te besteden. Overigens bevind ik me daarbij in goed gezelschap, want veel landelijke en regionale kranten vonden het in die tijd blijkbaar ook de moeite waard om daar een bericht aan te wijden.
Wat gebeurde er in november 1891 in Swartbroek?[1]
Begin november 1891 kwam een onbekende man te voet aanlopen in Swartbroek. Hij had blijkbaar erge honger, want hij vroeg aan een vrouw om wat eten. De vrouw, hulpvaardig als zij was, gaf hem een stuk brood. Nadat de vreemdeling het brood had opgegeten, wilde hij de vrouw aanraken. De vrouw was daar niet van gediend en begon te schreeuwen. Meerdere buren schoten te hulp. De man verzette zich, maar werd overmeesterd. Niemand verstond de man. Hij kreeg een flink pak slaag. Vervolgens bond men hem vast aan een boom. Men was van mening dat de vreemdeling de vrouw die hem het stuk brood had gegeven, wilde mishandelen. De marechaussee van Weert werd erbij gehaald. Deze nam de ‘vreemde sinjeur’ mee.
Uit nader onderzoek bleek dat de vreemdeling een Rus was op weg naar Amerika.[2] Hij had om niet opgehelderde reden de trein in Vlodrop[3] verlaten en was te voet op reis gegaan naar Antwerpen.[4]

Stationsgebouw Vlodrop bij de afbraak. Bron: Roerstreekmuseum.
Op zijn tocht was hij, vermoeid en uitgehongerd, in Swartbroek gekomen en daar had hij om wat eten gevraagd. De hulpvaardige vrouw had hem dat gegeven en om zijn dankbaarheid te tonen had hij ‘naar Oostersche gewoonte’ de voeten van de vrouw willen kussen en zich voor haar op de knieën geworpen.[5] Dat zou hij eerder ook in Weert gedaan hebben toen men hem daar eten en wat geld gegeven had.
In Swartbroek bleek de man geen geld bij zich te hebben. Ook kon zijn identiteit niet vastgesteld worden, omdat hij geen papieren had, waarmee die aangetoond kon worden. De man zou ‘over de grens gebracht worden’. Niet bekend is of daarmee de Belgische of Duitse grens was bedoeld.
Daarmee eindigde de gebeurtenis die in november 1891 voor enige reuring in Swartbroek had gezorgd.
Bronnen
[1] Dit verhaal is gebaseerd op berichten in diverse kranten. Ik geef het in eigen bewoordingen weer.
[2] Mogelijk was deze Rus een van de vele joden die in het antisemitische, tsaristische Rusland na de verdrijving van de joden medio 1891 uit Moskou en andere grote steden hun heil probeerden te zoeken in de Verenigde Staten.
[3] Buiten Vlodrop lag toendertijd een station, Vlodrop Statie, aan de IJzeren Rijn tussen Antwerpen en Rheidt in het Ruhrgebied.
[4] Naast Rotterdam was Antwerpen een belangrijke vertrekhaven voor emigranten naar de Verenigde Staten. Een belangrijke rederij voor het vervoer van landverhuizers van Antwerpen naar New York was de Red Star Line. Een kwart van die landverhuizers bestond uit Joden.
[5] In Nederland kennen we de in onbruik geraakte uitdrukking “iemand de voet kussen”: onderdanig zijn, iemand als zijn meerdere erkennen. De paus wast en kust op Witte Donderdag als teken van nederigheid de voeten van mensen die het niet zo goed getroffen hebben in de maatschappij, in navolging van Christus bij het laatste avondmaal.