Dit verhaal gaat over een man uit Tungelroy die in 1898 ruiten ingooide bij een woning in de gemeente Bocholt. Behalve het verhaal heb ik ook genealogische gegevens van de betrokken personen en hun families opgenomen.
Wat gebeurde er in de avond van 1 oktober 1898 te Bocholt?
In de nacht van 1 op 2 oktober 1898 werden bij de woning van de familie Paggers in Bocholt, Belgisch Limburg, een aantal ruiten ingegooid.i Al snel viel de verdenking op Bartholomeus van Deuren, landbouwer, uit Tungelroy.ii Teruggekeerd in Tungelroy, dacht hij buiten bereik van de Belgische autoriteiten te zijn. Nederland leverde, uitzonderingen daargelaten, geen onderdanen uit aan België. Maar Van Deuren rekende buiten de wet en de waard.
De Nederlandse strafwet bepaalde dat een Nederlander die zich in het buitenland schuldig had gemaakt aan een feit dat zowel in het buitenland als in Nederland als een misdrijf werd aangemerkt in Nederland strafbaar was.
De waard was in dit geval de Officier van Justitie in Roermond. Deze daagde hem voor de rechtbank te Roermond voor “opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van een goed van een ander”. Hij eiste tegen de Bartholomeus van Deuren een gevangenisstraf van twee maanden. Ongetwijfeld zal er tussen de Belgische en Nederlandse autoriteiten contact over de zaak zijn geweest.
De woning van de familie Paggers was Tielkenshof, gelegen in het gehucht Boven Kreijel, gemeente Bocholt, aan de grote weg van Bocholt naar Bree, de huidige Breeëerweg. Het restant van de hoeve heeft thans het adres Meierbroekstraat 1, Bocholt. Deze hoeve was een van de oudste bezittingen van het klooster van Onze-Lieve-Vrouw ter Riviere van Bree. Het klooster verwierf de hoeve in 1480, zestien jaar na de stichting van het klooster.
Volgens de Atlas van Buurtwegen van 1845 was het een carréhoeve. Van deze hoeve rest alleen de dwarsschuur, ten westen van het erf. In de zijgevel aan de straatzijde bevinden zich mergelstenen gevelstenen, een met het opschrift: ANNO/1829, een met de initialen H P (Henri Paggers), en een derde gevelsteen, waarvan de tekst of cijfers niet meer leesbaar zijn. iii Het woongedeelte van de hoeve moet behoorlijk groot zijn geweest, gelet op het feit dat aan de straatzijde minstens zeven ramen waren.

De carréhoeve Tielkenshof in het gehucht. Boven Kreyel, gemeente Bocholt. Bron: Atlas der Buurtwegen 1845.
De Tielkenshof is waarschijnlijk door huwelijk in het bezit gekomen van de familie Paggers. Op 21 januari 1761 trouwde Petrus Paggers (gedoopt 28 juni 1734 te Beek (België) – overleden 20 november 1782 te Bocholt) met Maria Catharina Tielkens (geboren circa 1735 – overleden 11 november 1803 te Bocholt). Een van hun kinderen was Henricus Paggers, wiens initialen op een mergelstenen gevelsteen van de Tielkenshof staan.
De zaak voor de rechtbank te Roermond
Om zich een beeld te kunnen vormen van het gebeurde in Bocholt hoorde de rechtbank te Roermond een aantal getuigen. Die moesten onder ede verklaren wat zij op de bewuste avond waargenomen hadden. Ook kon de verdachte Bartholomeus van Deuren zijn zegje doen.
Getuigen à charge
Jan Jacob Paggers zei dat hij Bartholomeus van Deuren in de nacht van 1 op 2 oktober 1898 in Bocholt omstreeks 11.00 uur voor zijn woning bij een hoop brikstenen had zien staan. Hij had vanuit een kamer in de woning gezien dat die bewegingen naar de grond maakte alsof hij iets opraapte.
Direct daarna hoorde hij dat ruiten van zijn woning ingegooid werden. Hij had zich gebukt om niet geraakt te worden. Hij had vervolgens geconstateerd dat 7 ruiten aan de voorzijde van de woning verbrijzeld waren. In de woning had hij stenen aangetroffen die van dezelfde soort waren als de stenen voor zijn huis. Voor de gebeurtenissen lagen er geen stenen in het huis en waren de ruiten heel. Hij woonde in het huis, dat eigendom was van hem en zijn neef Jacques Paggers en zijn nicht Christina Paggers.
Verder verklaarde Jan Jacob Paggers dat Maria Catharina Goyens, de vrouw van verdachte, bij hem als dienstmeid in dienst was.

Overlijdensakte Jan Jacob Paggers.
Jan Jacob Paggers is gedoopt op 26 november 1839 te Bocholt en op 14 maart 1905 overleden te Bocholt. Hij is niet getrouwd geweest.
De mede-eigenaren van Tielkenshof waren Maria Christina Cecilia Paggers en Franciscus Laurentius Jacobus Paggers, dochter en zoon van de overleden broer van Jan Jacob Paggers, Henricus Paggers en diens echtgenote Maria Isabella Roovers.
Maria Christina Cecilia Paggers is geboren op 25 januari 1866 te Bocholt en overleden op 7 april 1952 te Turnhout. Zij is op 4 april 1893 voor de kerk getrouwd met Joannes Baptist Augustus Martens, geboren 12 november 1866 te Geel en overleden op 1 augustus 1947 te Turnhout.iv
Franciscus Laurentius Jacobus (Jacques) Paggers is geboren op 22 mei 1867 te Bocholt en overleden op 25 mei 1965 te Bocholt. Hij is op 21 juni 1900 voor de kerk getrouwd met Maria Aldegondis van Knippenberg, geboren op 9 juni 1880 te Bocholt en overleden in 1920 te Bocholt.v
Jacques Paggers, de hiervoor vermelde neef van Jan Jacob Paggers, verklaarde dat Bartholomeus van Deuren op 1 oktober 1898 rond 8 uur `s avonds in het huis van zijn oom was geweest. Daar had hij gesproken met zijn vrouw die bij zijn oom als meid diende. Nadat de verdachte was vertrokken, had hij de woning afgesloten. Later had hij buiten lawaai gehoord en om 11.00 uur had hij een schot gehoord. Hij lag toen in bed. Hij was opgestaan en zag in het licht van de maan dat de verdachte voor de woning telkens iets van de grond opraapte. Daarna hoorde hij het gerinkel van verbrijzelde ruiten. Later had hij gezien dat aan de voorkant van de woning 7 glasruiten ingegooid waren. De woning was van zijn oom, zijn nicht en van hem. In de woning lagen stenen die soortgelijk waren aan de steden voor het huis. Ook hij verklaarde dat er van tevoren geen stenen in het huis waren en de glasruiten ook niet verbrijzeld waren.
Getuige J. Schols zei dat hij in de avond van 1 oktober 1898 omstreeks half negen met L. Driessen langs de woning van Jan Jacob Paggers was gelopen. Hij had toen gehoord dat neef Paggers riep dat er een man bij de woning was die hem wilde doodschieten. Hij had daarna gezien dat de verdachte van achter de woning vandaan kwam. De verdachte had toen tegen hem gezegd dat hij zijn vrouw die in de woning was, wilde spreken maar dat hij niet werd binnengelaten. Hij had ook gezegd: ”ik kom er later toch in”.
In het verslag van de terechtzitting is niet vermeld wat de aanleiding was voor het ingooien van de ruiten. Waarschijnlijk problemen tussen de echtelieden Van Deuren en Goyens.
Verklaringen van Bartholomeus van Deuren
Bartholomeus van Deuren ontkende voor de rechtbank dat hij in de avond van 1 oktober 1898 en in de daaropvolgende nacht bij de woning van Paggers geweest was. Hij beweerde dat hij die avond en nacht in zijn huis in Tungelroy, gemeente Weert, had doorgebracht. Twee getuigen bevestigden dat.
Bartholomeus van Deuren, of beter gezegd zijn advocaat mr. Tasset uit Roermond, bracht een in zijn ogen juridische spitsvondigheid naar voren. In de dagvaarding was niet vermeld was dat het ten laste gelegde feit in de Belgische wet strafbaar was gesteld.vi Voor toepasselijkheid van de Nederlandse wet zou dat volgens hem een voorwaarde zijn. Dat verzuim zou ten gevolge moeten hebben dat het ten laste gelegde feit in Nederland niet strafbaar was en dat de verdachte dientengevolge ontslagen zou moeten worden van rechtsvervolging.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overwoog dat uit aanwijzingen in de getuigenverklaringen rechtens bewezen werd geacht dat de verdachte het ten laste gelegde feit had gepleegd. Aan de bewering van Van Deuren en de twee getuigen dat hij die avond en nacht thuis in Tungelroy was geweest werd geen geloof gehecht.
Wel moest nog worden vastgesteld of verdachte op het bewuste tijdstip Nederlander was. De verdachte had tijdens de terechtzitting al erkend Nederlander te zijn. Hij was geboren uit Nederlandse ouders te Stramproy; zijn vader was Jan Matthijs van Deuren en zijn moeder Elisabeth Gijsen. Dat bleek ook uit een uittreksel uit het geboorteregister van de gemeente Stramproy, dat tijdens de terechtzitting was voorgelezen. De rechtbank achtte daarmee bewezen dat verdachte op het bewuste tijdstip Nederlander was.

Deel geboorteaangifte Bartholomeus van Deuren.
Bartholomeus van Deuren is geboren op 1 september 1847 te Stramproy. Zijn ouders zijn Jan Mathijs van Deuren, dagloner, geboren 9 november 1807 te Neeritter en overleden op 10 augustus 1884 te Stramproy, en Elisabeth Gijsen, geboren op 17 oktober 1804 te Stramproy en overleden op 29 juni 1881 te Stramproy.
Bartholomeus van Deuren is op 29 mei 1878 te Weert getrouwd met Anna Maria Beeren, dochter van Hendricus Beeren en Catharina Linssen, geboren 9 april 1843 in Heijthuijsen. De bruidegom woonde toen in Stramproy; zijn beroep was landbouwer. Het echtpaar Van Deuren – Beeren heeft, voor zover mij bekend, drie kinderen gekregen, alle geboren in de gemeente Weert.
Petrus Henricus van Deuren, geboren op 18 mei 1879 en 12 dagen oud overleden op 30 mei 1879 te weert.
Anna Catharina van Deuren, geboren op 18 januari 1881 en overleden op2 0 augustus 1939 te Weert. In de geboorteakte is als beroep van haar vader landbouwer vermeld en als woonplaats Weert, Tungelroy. Zij is op 24 september 1904 te Weert getrouwd met Joseph Dionisius Hubertus Gerits, metselaar, geboren te Weert op 25 maart 1877 en overleden op 27 juni 1951 te Weert.
Henricus Jacobus van Deuren, geboren op 14 maart 1884 en overleden op 17 juli 1945 te Weert. Als beroep van zijn vader is in de geboorteakte landbouwer en als woonplaats Weert, op Moesel, vermeld. Hij is op 24 september 1904 te Weert getrouwd met Anna Catharina Pleunis, geboren 5 juli 1886 te Hunsel en overleden op 26 november 1918 te Weert. Henricus Jacobus van Deuren is op 19 september 1919 in tweede huwelijk getrouwd met de weduwe Petronella Aspers, geboren op 4 maart 1871 te Weert en overleden op 3 september 1941 te Weert.
Na het overlijden van zijn echtgenote, Anna Maria Beeren, te Weert op 15 april 1893 bleef Bartholomeus van Deuren achter met twee kleine kinderen. Hij is op 23 november 1895 te Weert in tweede huwelijk getrouwd met de 52-jarige Maria Catharina Goyens, geboren te Bree op 4 december 1842 en op 1 november 1908 overleden te Bree. In de huwelijksakte is als beroep van de bruidegom werkman vermeld en van de bruid dagloonster. Maria Catharina Goyens was weduwe van Jan Cornelius Engelen, geboren 28 februari 1842 te Bocholt en overleden op 10 november 1891 te Bocholt.

Deel huwelijksakte Bartholomeus van Deuren en Maria Catharina Goyens.

Inschrijving familie van Deuren in het bevolkingsregister van Weert 1900 – 1910.
Volgens het bevolkingsregister 1900 -1910 van de gemeente Weert woonden het echtpaar Van Deuren – Goyens, zoon Henricus Jacobus van Deuren en schoondochter Anna Catharina Pleunis, en drie kleinzonen van Bartholomeus van Deuren in Tungelroy in een woning met huisnummer 911.

Overlijdensakte Bartholomeus van Deuren.
De hoofdpersoon in dit verhaal, Bartholomeus van Deuren, is overleden op 31 oktober 1907 te Weert.
De uitspraak van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat het bewezen feit door de Nederlands strafwet als misdrijf werd aangemerkt en dat daarop in artikel 456 van de Code Pénal Belge straf was gesteld. Op grond van artikel 5 van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht was volgens de rechtbank het Nederlandse strafrecht van toepassing.vii Het beroep op het door de advocaat opgebrachte “verzuim” werd daarmee verworpen.
De rechtbank verklaarde Bartholomeus van Deuren schuldig aan het ingooien van ruiten van een woning te Bocholt in de avond van 1 oktober 1898 en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van 21 dagen.
Bronvermelding
i. Dit verhaal is deels gebaseerd op een verslag in Het Paleis van Justitie, 16 december1998.
ii. In de berichtgeving zijn van de verdachte alleen de initialen B. van D. vermeld. Na onderzoek bleek mij dat B. van D. Bartholomeus van Deuren moest zijn.
iii. https://inventaris.onroerenderfgoed.be
iv. Op de begraafplaats aan de Kwakkelstraat te Turnhout bevindt zich het grafmonument van de familie Martens – Paggers.
v. Op de begraafplaats aan de Plataandreef te Turnhout bevindt zich de grafsteen van de echtelieden Paggers – Van Knippenberg.
vi. Mr. Dr. Jacobus Henricus Tasset is geboren op 11 oktober 1867 te Vessem en op 3 oktober 1900 overleden te Roermond. Hij is begraven op de R.K. Begraafplaats te Vessem, waar zijn grafsteen nog te vinden is.
vii. In het huidige Nederlandse Wetboek van strafrecht staat in een vergelijkbaar artikel 7 lid 1: ”De Nederlandse strafwet is toepasselijk op de Nederlander die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een feit dat door de Nederlandse strafwet als misdrijf wordt beschouwd en waarop door de wet van het land waar het begaan is, straf is gesteld”.