De Mildert is een kleine buurtschap gelegen in het uiterste zuiden van de gemeente Nederweert, redelijk ver verwijderd van andere kernen in die gemeente. De dichtstbijzijnde ´grotere` plaats is Swartbroek in de gemeente Weert. Bij onderzoek in kranten en tijdschriften uit de 19de eeuw zijn weinig bijzondere zaken over De Mildert naar voren gekomen.
Ik beperk me tot een gebeurtenis in 1891, die consternatie in de kleine gemeenschap veroorzaakte. Hoewel in feite een onbeduidend fait divers besteedden landelijke en regionale kranten daar aandacht aan.
Foto: Gemeente Nederweert 1866 met beneden Mildert. Kuyperkaart
Wat was die consternatie veroorzakende gebeurtenis?[1]
De beschrijving van deze gebeurtenis is met name gebaseerd op berichten in de Nieuwe Koerier van 7 november 1891, de Maas- en Roerbode van 7 november 1891 en de Maasbode van 12 november 1891.
Volgens de Nieuwe Koerier vervoegde zich op 5 november 1891 tegen de avond een vreemdeling bij het huis van de 57-jarige weduwe Van Gelooven, landbouwster op De Mildert.[2] Hij gaf door gebaren te kennen dat hij honger had. De vrouw gaf hem een flinke boterham. Hij wierp zich voor de vrouw op de knieën. Deze schrok daarvan zo hevig dat zij naar buiten liep en om hulp riep. Enkele buren kwamen op het geschreeuw af, zetten de onbekende buiten de deur en dienden hem een paar oorvijgen toe.
Vervolgens bonden ze hem vast aan een boom. De gewaarschuwde marechaussee van Weert haastte zich naar de Mildert waar zij de vreemdeling vastgebonden aan de boom aantroffen. Zij maakten hem los en namen hem mee naar Weert. Hoewel niemand hem kon verstaan, bleek uit zijn papieren dat hij Weranof heette en uit Rusland of Polen afkomstig was. Hij was op reis naar Amerika. De passagebewijzen voor de overtocht had hij bij zich. Hij werd richting Antwerpen gedirigeerd.
De Maas- en Roerbode schetste een ietwat ander beeld van de gebeurtenissen. Nadat de vrouw hem een boterham had gegeven, greep hij een kopje en schepte wat melk uit een bij het vuur staande roompot. De vrouw zei dat hij dat niet mocht doen. Toen bedreigde hij haar met een mes en wilde haar grijpen. De vrouw ontvluchtte hem en riep de buren om hulp. Een paar stevige kerels grepen hem vast en bonden hem aan een boom. De marechaussee uit Weert werd ontboden. Die bracht hem dezelfde avond geboeid naar Weert. De aanrander droeg in de mouw van zijn jas twee messen.
In de Maasbode werd een bericht aangehaald dat uit Swartbroek naar de Limburger Koerier was gestuurd. Volgens dat bericht werd het anders zo vreedzame gehucht Swartbroek in rep en roer gebracht door een persoon die aan een vrouw een stuk brood vroeg.De vrouw gaf hem wat brood en nadat hij dat verorberd had, wilde hij de vrouw aanpakken. Deze begon te schreeuwen, waarop meerdere buren te hulp kwamen. Maar de man wilde die ook te lijf gaan, maar dat werd hem verhinderd. Omdat niemand de man verstond en men meende dat hij de vrouw, die hem het brood had gegeven, wilde mishandelen, gaf men de arme man een flink plak slaag en bond hem daarna vast aan een boom. De gewaarschuwde marechaussee uit Weert nam de vreemde sinjeur mee.
Bij het onderzoek bleek dat de vreemdeling een Russische uitgewekene was, die op weg was naar Amerika.[4] Hij had om een of andere reden de trein in Vlodrop verlaten[5] en was te voet op weg naar Antwerpen.[6] Op die reis was hij uitgehongerd en vermoeid te Swartbroek gekomen.
Om zijn dank aan de vrouw, die hem brood had gegeven, te betuigen had hij naar Oosterse gewoonte de voeten van de vrouw willen kussen en zich voor haar op de knieën geworpen.[7] Ook te Weert had hij dat herhaaldelijk gedaan toen men hem daar eten en wat geld gegeven had. De man zou over de grens gebracht worden.
Hoewel de inhoud van de krantenberichten verschillend is, meen ik dat de gebeurtenis heeft zich afgespeeld op De Mildert en niet in Swartbroek.[8] Mogelijk is de vermelding van Swartbroek een gevolg van het feit dat De Mildert dichter bij Swartbroek ligt dan bij andere dorpen zoals Leveroy, waar het kerkelijk toe behoorde.
Met het over de grens zetten van de Rus eindigde de gebeurtenis, die in november 1891 voor consternatie op De Mildert gezorgd had.
Bronnen
[1] De beschrijving van deze gebeurtenis is met name gebaseerd op berichten in de Nieuwe Koerier van 7 november 1891, de Maas- en Roerbode van 7 november 1891 en de Maasbode van 12 november 1891. Met dank aan Alfons Bruekers, die mij erop attendeerde dat de gebeurtenis op De Mildert heeft plaatsgevonden en niet in Swartbroek, zoals enkele kranten meldden.
[2] De weduwe is Maria Elisabeth Kuppens (gemeente Nederweert, 24 februari 1834 – gemeente Nederweert, 11 oktober 1901), gehuwd op 30 april 1862 te Nederweert met Petrus Joannes van Gelooven (Hunsel, 5 maart 1824 – gemeente Nederweert, 23 januari 1881).
[3] Na de aanleg van het kanaal Wessem-Nederweert in 1929 kwam de bebouwing van De Mildert ten oosten van dat kanaal te liggen.
[4] Mogelijk was deze man een van de vele Russische Joden die in het antisemitische, tsaristische Rusland na de verdrijving van de Joden medio 1891 uit Moskou en andere grote steden hun heil probeerden te zoeken in de Verenigde Staten.
[5] Buiten Vlodrop lag toendertijd een treinstation, Vlodrop Statie, aan de IJzeren Rijn tussen Antwerpen en Rheidt in het Ruhrgebied. De Mildert ligt aan de IJzeren Rijn, aangelegd tussen 1875 en 1879. Mogelijk dat de Rus op weg naar Antwerpen vanaf Vlodrop Statie het tracé van de spoorlijn heeft gevolgd.
[6] Naast Rotterdam was Antwerpen een belangrijke vertrekhaven voor emigranten (landverhuizers) naar de Verenigde Staten. Een belangrijke rederij voor het vervoer van landverhuizers was de Red Star Line. Een kwart van die landverhuizers bestond uit Joden.
[7] Een in onbruik geraakte Nederlandse uitdrukking is “iemand de voet kussen”.: onderdanig zijn, iemand als zijn meerdere erkennen. De paus wast en kust op Witte Donderdag als teken van nederigheid de voeten van mensen die het niet zo goed getroffen hebben in de maatschappij, in navolging van Christus bij het laatste avondmaal.
[8] Dat er een nauwe relatie tussen Swartbroek en De Mildert bestond moge ook blijken uit de overeenkomst die de gemeenten Weert en Nederweert in 1899 sloten op grond waarvan kinderen van De Mildert werden toegelaten tot de openbare school te Swartbroek.