Op de site van De Aldenborgh is enige tijd geleden een artikel van mijn hand geplaatst met als titel ‘Een inventarisstaat van de Sint Martinuskerk in 1816 en de oprichting van een nieuw kerkhof te Weert’. Deze inventarisstaat is opgemaakt door Joseph Waegemans, bij gelegenheid van zijn aftreden als kerkmeester van de Sint Martinuskerk.
In dit artikel wil ik ingaan op de persoon Joseph Waegemans en zijn familie in relatie met Weert. Maar eerst maak ik een uitstapje naar Neer.
De voorouders van Joseph Waegemans
Joseph Waegemans is een telg uit een rijk geworden boerenfamilie in Neer. De eerste welgestelde persoon van die familie is de grootvader van Joseph Waegemans, Jacobus Waegemans. Diens vader is Segher Waegemans, zijn moeder Geurtie Janssen. Geurtie Janssen hertrouwde na het overlijden van haar eerste echtgenoot, Mathijs Coenen, met Segher Waegemans en vervolgens na diens overlijden met Bernardus Woesting.
De echtelieden exploiteerden als halfwinners de boerderij bij het kasteel Ghoor te Neer [1]. Jacobus kreeg de kans om te studeren, waarschijnlijk dankzij hulp van de familie Van Limburg Stirum. Deze adellijke familie bezat op het einde van de 17de eeuw het omstreeks 1800 afgebroken kasteel Ghoor te Neer.
Grootvader Jacobus Waegemans
Jacobus Waegemans is geboren rond 1679. Hij is op 15 juni 1718 te Horst voor de kerk getrouwd met Anna Margarita Antonetta Verberckt. Jacobus Waegemans was een ondernemend persoon. In 1706 werd hij op ongeveer zevenentwintigjarige jarige leeftijd door Maximiliaan van Limburg Stirum benoemd tot plaatsvervangend schout van Neer [2]. In 1709 werd hij schout in Neer [3].
Hij verwierf verder een groot aantal andere publieke functies, waaronder notaris, secretaris van het graafschap Horn en schepen van het hoofdgerecht van Horn. Hij vergaarde, waarschijnlijk mede dankzij zijn publieke ambten, een groot fortuin. Hij werd onder meer eigenaar van het kasteel Nunhem. Jacobus Waegemans is op 10 september 1755 begraven te Neer [4].
Vader Constantinus Waegemans
Het echtpaar Waegemans–Verberckt heeft 8 kinderen gekregen. Een van die kinderen is de vader van Joseph Waegemans, Constantinus Hendricus Richardus Waegemans.
Constantinus Hendricus Richardus Waegemans is op 22 januari 1728 gedoopt te Neer. Op 17 april 1770 is hij voor de kerk getrouwd met Maria Albertina Lucia de Brias uit Weert, dochter van Claudius Emmanuel de Brias en Maria Helena van Bree [5]. Maria Albertina Lucia de Brias is op 13 december 1738 geboren te Weert.
Claudius Emmanuel de Brias is op 18 februari 1738, na het overljjden van zijn eerste vrouw, Helena Joanna van der Schaeren [6], te Weert kerkelijk getrouwd met Maria Helena van Bree, geboren circa 1710. Voor het huwelijk was door de bisschop van Roermond dispensatie verleend voor de drie roepen [7] en bloed- en aanverwantschap [8]. Claudius Emmanuel de Brias is op 13 februari 1752 kerkelijk begraven in de kerk te Weert, midden in het koor. Ook Maria Helena van Bree is op 12 januari 1755 begraven in de kerk te Weert, ook midden in het koor. Claudius de Brias, van Vlaamse afkomst, is via het huwelijk met Maria Helena van Bree in het bezit gekomen van wat sindsdien huize Brias te Baexem heet.
Constantinus Hendricus Richardus Waegemans was advocaat en notaris te Weert.
Een verboden liefde
In het boek “In dienst voor Napoleons Europese droom“ van Joost Welten staat een vermakelijk en ook wel droevig verhaal over de verboden liefde tussen Eleonora Waegemans, een zus van Joseph Waegemans, en Anton Mordang, chirurgijn te Thorn, tijdens de Franse periode. Anton Mordang was een broer van Leonard Joseph Mordang, officier de santé patenté, inspecteur voor de gezondheid, en chirurgijn te Weert [9]. Eleonora en Anton waren hopeloos verliefd op elkaar, maar dat zinde vader Constantijn Waegemans niet. Mogelijk vond hij Anton Mordang te min voor zijn dochter. Eleonora en Anton vluchtten naar Aken. Eleonora werd daarvandaan teruggehaald door haar broers naar het ouderliijk huis in de Molenstraat. Een van die broers was Joseph Waegemans. Vervolgens werd Eleonora ondergebracht bij een familielid in Buggenum. De broers Mordang probeerden haar daar in het geheim te schaken. Dat plan mislukte omdat Eleonara, mogelijk onder dwang van familie, het plan had verraden aan de maire van Buggenum. De broers Mordang werden gearresteerd.
Tot een huwelijk tussen Eleonora Waegemans en Anton Mordang is het niet gekomen. De liefde was na de verraden schaakpoging mogelijk voorbij, maar het kan natuurlijk ook zo zijn dat vader Constantijn Waegemans dat verhinderd heeft.
Eleonora, geboren 4 maart 1779 te Weert, is op 24 augustus 1808 te Heel getrouwd met Pierre Stercken, arts, geboren 16 september 1765 te Heythuysen, evenals Anton Mordang een medicus. Hij is overleden op 3 maart 1824 te Grathem en op 6 maart 1824 begraven op het kerkhof aldaar. Elonora Waegemans is enkele maanden na haar man op 14 september 1824 te Grathem overleden, voorzien van de sacramenten, en op 16 september 1824 op het kerkhof aldaar begraven [10].De verstoorde verhouding tussen Constantijn Waegemans en Leonard Mordang was er waarschijnlijk debet aan dat Waegemans weigerde een tweetal rekeningen voor medische behandelingen door Mordang te betalen. Dat resulteerde in een proces voor het vredegerecht van het kanton Weert. Een bemiddelingspoging mislukte mede omdat Waegemans op formele gronden bezwaar maakt tegen de dagvaarding. Joost Welten zegt hierover: “Waegemans laat zich meteen kennen als een doortrapte advocaat uit het ancien régime” [11].
Het echtpaar Constantijn Waegemans-Maria de Brias woonde in een groot en statig huis aan de Molenstraat [12]. De aandachtige beschouwer herkent in dit pand het gelukkig nog steeds bestaande Muntgebouw, helaas grotendeels opgenomen in de Muntpassage.
Maria Albertina Lucia de Brias is overleden op 19 april 1785 om ongeveer 2 uur `s nachts en op 22 april 1785 begraven op het parochiekerkhof te Weert. Constantinus Hendricus Richardus Waegemans is op 7 oktober 1804 overleden te Weert.
Joseph Waegemans
Een van de kinderen van het echtpaar Waegemans-de Brias is onze kerkmeester Joseph Waegemans. Josephus Christophorus Jacobus, in het Frans Joseph Christofle Jacques, Waegemans, is geboren op 3 februari 1771 te Weert.
Peetouders bij de doop van Joseph Waegemans op 3 februari 1771 waren Philippus Josephus van Bree en Maria Anna de Brias, weduwe van Ernestus Fredericus Hartmann de Linssingen [14], namens Antonia Margarita Verberckt, weduwe van Jacobus Waegemans.
Joseph Christofle Jacques Waegemans is op ‘quatre Prairial an treize’ (24 mei 1805) te Weert getrouwd met Petronille Guillemette Josephine (Petronilla Wilhelma Josepha) Loijens. Joseph Waegemans woonde ten tijde van zijn huwelijk in Buggenum. Als zijn beroep is in de huwelijksakte rentenier vermeld.
Petronella Wilhelma Josepha Loijens is geboren en gedoopt op 17 augustus 1772 te Weert. Peetouders bij de doop van Petronilla Loijens waren Petrus Loijens, rector van Gremium Marianum, het zusterklooster Maria Schoot te Nunhem, en Maria Agnes Frencken namens Joanna Catharina Beerenbroek.
Het Gremium Marianum was een zusterklooster in Nunhem.Het klooster werd in 1795 door de Fransen opgeheven en zijn bezittingen genationaliseerd. Het nog bestaande hoofdgebouw is een rijksmonument.
De vader van Petronilla Loijens is Jacques Loijens, haar moeder Marie Thérèse Beerenbroek, telg uit een bekende en niet onbemiddelde familie in Weert. Vader Loijens was handelaar in stoffen. Na zijn overlijden zette zijn weduwe, Marie Thérèse Beerenbroek, die handel in stofffen voort in hun huis op de hoek van de Markt en de Molenstraat naast goudsmid van Brussel [15] [16].
Beide ouders van Petronella Loijens waren overigens ten tijde van het huwelijk al overleden. De “officier de l`état civil” (ambtenaar van de burgelijke stand ) bij de huwelijksvoltrekking was Jean Francois van der Piepen, die we later nog in dit verhaal zullen tegenkomen. Getuigen waren Gijsbert Beerenbroek, oom van de bruid, Joseph Cachera, capitaine aide de camp, Willem Beerenbroek, neef van de bruid, en Petrus van Brussel.
Ildephonse Joseph Cachera
Ildephonse Joseph Cachera was een van de getuigen bij het huwelijk van Joseph Waegemans en Petronella Loijens. Over deze getuige valt meer te vertellen. Ildephonse Joseph Cachera is geboren op 6 oktober 1768 te Wallers, Nord-Pas-de-Calais, Frankrijk. Hij was van eenvoudige boerenkomaf maar in het Franse leger werkte hij zich op tot kapitein en aide de camp (adjudant). Hij werd gestationeerd in Weert en maakte daar kennis met Marie Thérése van Brussel, dochter van Petrus van Brussel, zilversmid en Fransgezinde burger in Weert [17]. Petrus van Brussel was assessor van het vredegerecht van Weert.
Joseph Cachera en Marie Thérèse van Brussel zijn op treize fructidor an VI (30 augustus 1798) in Weert getrouwd. In de huwelijksakte is als zijn beroep vermeld: “capitaine au quatorzième régiment de dragons, aide de camp du général Schanmezel, commandant ce département” (kapitein in het veertiende regiment dragonders, adjudant van generaal Schanmezel, bevelhebber van dit departement).
Marie Thérèse van Brussel was ten tijde van haar huwelijk al zwanger van hun zoon, Pierre Emmanuel Ildephonse. Het echtpaar Cachera-van Brussel woonde aan de Markt te Weert. In 1803 kocht het echtpaar grond aan de Geuzendijk tussen Weert en Budel. Daar bouwden zij een optrekje.
Op een topografisch kaart van 1898 staat in dat gebied ‘Castera`s Hut’ vermeld [18]. Later is daar horecagelegenheid `t Blaakven met restaurant Cachera gebouwd.
In 1812 werd Joseph Cachera door Napoleon benoemd tot officier van de gendarmerie in het departement Ardennes met als standplaats Mezières. In 1813 verhuisde het gezin Cachera naar het departement Ardennes.
Petrus van Brussel ging ook mee en vestigde zich in Montigny, een dorp ten zuiden van Mezières. Joseph Cachera is overleden op 15 september 1846 te Marchiennes, Nord-Pas-de-Calais [19].
Het echtpaar Waegemans-Loijens woonde na hun huwelijk in Weert. In de geboorteakte van hun eerste kind, Caroline Marie Anne Hubertine, in maart 1806 is als woonplaats ville de Weert place du Marché (stad Weert Marktplein) vermeld. Als beroep van Joseph Waegemans is in die geboorteakte marchand (handelaar/koopman) vermeld.
In het najaar van 1794 hadden Franse militairen de hele linker Rijnoever veroverd, waaronder in september 1794 ook Weert. Weert werd op 1 oktober 1795 formeel ingelijfd bij de Franse republiek. Het werd een Franse gemeente en de inwoners werden Franse burgers. Weert vormde samen met Nederweert en Stramproy een kanton van het arrondissement Roermond, een van de arrondissementen van het Département de la Meuse inférieure (departement Nedermaas). Aan het hoofd van een departement stond een door de Fransen benoemde préfet (prefect) en aan het hoofd van een arrondissement een sous-préfet. De Franse taal werd overheidstaal. Ook gold de Franse wetgeving. Maire (burgemeester) van Weert was gedurende bijna de gehele Franse tijd (1795-1814) Henri Bloemarts. De maire werd bijgestaan door een adjoint au maire (vergelijkbaar met gemeentesecretaris).
Joseph Waegemans, adjoint au maire
Op 3 maart 1806 zond maire Bloemarts een brief aan de sous-préfet te Roermond [20]. Daarin schreef hij dat de heer J. P. van der Piepen, eerste adjoint van het gemeentehuis [21] getrouwd was en zich gevestigd had in Breda (Bataafsche Republiek) [22]
Hij had de eer voor die plaats Joseph Waegemans, handelaar en eigenaar te Weert, voor te stellen. Hij verzocht hem dit voorstel aan de heer préfet te doen opdat die zich verwaardigde tot diens benoeming over te gaan [23].
Maire Bloemarts kreeg per brief van 16 juni 1806 van de sous-préfet bericht dat de préfet Joseph Waegemans benoemd had tot adjoint au Mairie de Weert. Bloemarts stelde Joseph Wagemans van die benoeming per brief van 23 juni 1806 in kennis [24]. Die benoeming heeft niet lang standgehouden. Joseph Wagemans nam al snel ontslag als adjoint au maire. Dat blijkt uit een brief van 7 augustus 1806 van maire Bloemarts aan de préfet, waarin hij de heer Jean Nien, eigenaar en lid van de gemeenteraad van Weert, voorstelt als als kandidaat. De reden van het ontslag van Joseph Waegemans als adjoint au maire is mij niet bekend. Petronella Loijens is op 29 mei 1814 overleden te Weert. Joseph Waegemans is op 1 december 1839 te Buggenum overleden.
De kinderen van Joseph Waegemans en Petronella Loijens
Het echtpaar Waegemans-Loijens heeft, voor zover mij bekend, vijf kinderen gekregen. Deze zijn allen geboren in Weert. Caroline Marie Anne Hubertine Waegemans, geboren op 28 maart 1806 te Weert. Zij is op 25 oktober 1831 te Quiévrechain getrouwd met Henri Celestin Romain Théron, grondeigenaar en rentenier. Zij woonde in 1850 te Douai en in 1876 in Arras. Caroline Waegemans is overleden op 24 november 1884 te Arras.
Ludovica (Louisa) Jeanne Hubertina Waegemans, geboren op 1 juni 1809 te Weert en op 40-jarige leeftijd overleden op 18 juni 1849 te Buggenum. Albertine Thérèse Elisabeth Waegemans, geboren te Weert op 30 juli 1807.
Zij is op 16 oktober 1833 te Buggenum getrouwd met Mathias Egidius Hubertus Beltjens, geboren te Roermond op 17 april 1808, substituut officier van justitie te Roermond, later 1ste advocaat generaal bij het Hof van Appel te Luik, en ridder der Leopoldsorde. Albertine Waegemans is overleden op 30 maart 1897 te Luik.
Charles Constantin Hubert Waegemans, geboren op 25 augustus 1811 te Weert en overleden op 22 september 1811 te Weert. Constantin Emanuel Hubert Waegemans, geboren op 20 januari 1813 te Weert. In de geboorteakte van Constantin staat als beroep van vader Joseph vermeld: ‘marchand et marguillier’ (handelaar en kerkmeester).
Constantin Waegemans is op 20 september 1853 te Roermond getrouwd met Marie Agnes Alexandrina van der Renne [25]. Van der Renne was advocaat, kantonrechter te Roermond en lid van Provinciale Staten van Limburg. Constantin Waegemans is overleden op 4 maart 1896 te Buggenum. Met hem stierf de laatste mannelijke telg van deze tak van de familie Waegemans uit.
Amalia Waegemans, burgemeestersvrouw van Weert
Vermeldenswaard is dat Amalia Maria Josephina Hubertina Waegemans, een dochter van het echtpaar Waegemans-van der Renne, geboren te Roermond op 3 juni 1858 en overleden te Weert op 9 juli 1886), op 28 april 1885 te Buggenum getrouwd is met Antonius Joannes Coenen, burgemeester van Weert. Op 9 juli 1886 werd hun enig kind, Maria Coenen geboren. Amalia stierf in het kraambed.
Nadat haar vader Antoon Coenen, geboren te Weert op 13 februari 1852, op 22 december 1890 overleed, werd Maria opgenomen in het gezin van haar grootouders Waegemans -Van der Renne. Zij is in 1912 getrouwd met Richard de Nerée tot Babberich.
Onroerend goed van Joseph Waegemans
Joseph Waegemans was een welgesteld man. Hij bezat veel onroerend goed, in die tijd een teken van welstand. Het grootste deel van zijn onroerend goed lag in Buggenum, Weert, Nunhem, Neer en Heythuysen.
Bezittingen van Joseph Waegemans in Weert
In bijlagen bij een “Staat der grondgoederen toebehorende aan den Heer J. Waegemans van Buggenum gelegen binnen de Gemeente Weert”, daterende uit de jaren dertig van de 19de eeuw, staan de volgende onroerende goederen van Joseph Waegemans in Weert vermeld [26].
- Een kempken, gelegen op Moesel, groot 140 roeden, verhuurd voor onbepaalde tijd aan Jan Baeten, wonende op Moesel, voor een pachtprijs van tien gulden Kleefs geld [27].
- Akkerland, gelegen in de Kleinen Molenakker, groot 416 kleine roeden, voor onbepaalde tijd verhuuurd aan Godefried Boesen voor een jaarlijkse pachtprijs van 63,10 gulden Kleefs geld.
- Akkerland, gelegen in de Laarakker, groot 150 roeden, verhuurd aan Jan Lempens, akkerman, wonende op Laar, voor een jaarlijkse pachtprijs van 21 gulden Kleefs geld.
- Een beemd, gelegen in de Graswinkel of Vensteeg, groot 100 kleine roeden, eerst verpacht aan Jan Mores, akkerman, wonende aan de Maaspoort, voor een pachtprijs van 8 gulden Kleefs geld, en met ingang van maart 1833 aan Jan Smits, wonende op Leuken, voor dezelfde prijs.
- Een stuk land in de Vensteeg, groot 100 roeden, en een stuk beemd in de Graswinkel, tot weide gemaakt, groot 50 roeden, eerst verpacht aan Reinier Princen op de Moesdijk voor een jaarlijkse pachtprijs van 8 gulden Kleefs geld, en sedert 1830 voor onbepaalde tijd aan Jacob Princen op de Moesdijk voor een pachtprijs van 6 gulden Kleefs geld.
- Een huis met erachter een tuintje, gelegen op de Markt verpacht aan Jan van Erp, rentenier, wonende op de Markt, vanaf september 1831 tot Pasen 1832 en daarna voor drie jaren, eindigend met Pasen 1835 voor een jaarlijkse pachtprijs van 90 Nederlandse guldens en daarna aan de heer Janssen, horlogiemaker, voor de som van 18 Franse kronen tot Pasen 1836.
- Een moestuin, gelegen buiten de Hoogpoort tegenover het kasteel, voor onbepaalde tijd verpacht aan W. Joseph van Esch, logementhouder op de Markt, voor een jaarlijkse pachtprijs van 10 Nederlandse guldens.
- Een stuk land, groot 200 kleine roeden, gelegen in de Kleinen Molenakker, voor onbepaalde tijd verhuurd aan Laurens Weekers, akkerman, wonende aan de Maaspoort, voor een jaarlijkse pachtprijs van 28 gulden Kleefs geld. Het land was voordien verhuurd aan de weduwe Kampers aan de Beekpoort.
In de Oorspronklijke Aanwijzende Tafels van Weert van de kadastrale kaart 1811-1832, die de situatie in 1844 weergeven, komt, voor zover ik heb nagegaan, Joseph Waegemans noch zijn erfgenamen voor [28]. Waarschijnlijk is voor die tijd het onroerend goed van Joseph Waegemans in Weert verkocht of op een andere wijze in andere handen overgegaan.
Als eigenaar van het hiervoor vermelde huis op de Markt, dat tot Pasen 1836 verpacht was aan Janssen, horlogiemaker, is in de Oorspronkelijken Aanwijzende Tafels van 1844 Bonaventura Jozef Janssen, horlogiemaker, vermeld. Dit huis was oorspronkelijk het woonhuis van het echtpaar Joseph Waegemans-Petronella Loijens.
Na zijn overlijden erfden de erfgenamen van Joseph Waegemans onder meer een tiental percelen in Heythuysen. Volgens het kadaster stonden er in 1845 niet minder dan 55 percelen in Buggenum op naam van zijn zoon Constantin Emanuel Hubert Waegemans [29].
De Leumolen te Nunhem
Joseph Waegemans kocht in 1822 samen met zijn broer Emanuel de Leumolen te Nunhem. De Leumolen behoorde tot de Franse tijd toe aan het klooster Sint Elisabethsdal. In 1796 werd deze molen door de Fransen genationaliseerd en als domeingoed verkocht.
De molen werd gekocht door drie voormalige religieuzen van het ook door de Fransen opgeheven klooster Sint Elisabethsdal [30]. Een van die kopers was L. Reynaers. Deze verkocht de molen in 1822 aan de broers Waegemans [31].
Huis Malborgh
In 1830 erfde Joseph Waegemans Huis Malborgh te Buggenum. Dit huis was in 1795 door de Fransen genationaliseerd en verkocht aan Charles Le Brun.
Deze Le Brun is een zwager van Joseph Waegemans [32]. In 1798 had Constantinus Hendricus Richardus Waegemans, de vader van Joseph Waegemans, de eigendom van het huis verworven. Joseph Waegemans bouwde rond 1830 het huidige Huis Malborgh.
Bij Huis Malborgh behoorde ook een boerderij. Deze heeft een middeleeuwse oorsprong, maar dateert in de huidige vorm uit het begin van de 19de eeuw. Vanaf 1835 staat ze bekend als ‘Waegemanshof’ [33].
Joseph Waegemans stierf op 1 december 1839, voorzien van de laatste sacramenten van de stervenden. Met onderstaand bidprentje van Joseph Waegemans beëindig ik dit artikel over deze kerkmeester en zijn familie.
___________________________________________________________________________________________
Ik ben veel dank verschuldigd aan Zef Coenen, die mij voor dit artikel een groot aantal documenten uit archieven heeft aangeleverd en eerdere versies van dit artikel kritisch heeft bekeken en nuttige wijzigingen heeft voorgesteld.
Ook dank aan de vele, anonieme vrijwilligers die ervoor hebben gezorgd dat genealogische gegevens digitaal raadpleegbaar en beschikbaar zijn.
Bronvermeldingen
[1] Een halfwinner is een pachter van een boerderij die de helft van de opbrengst van het land en vaak ook van het vee aan de eigenaar van de boerderij moet afstaan.
[2] Ruzies en vechtpartijen te Neer en omgeving in de 18de eeuw, Zef Coenen, Oos Naer, nr. 37
[3] Schout Jacob Waegemans in de kerkelijk ban geslagen, Zef Coenen, Oos Naer, nr.47.
[4] Begrafenisregister Sint Martinus Neer.
[5] Huwelijksregister Sint Martinus Neer.
[6] Helena Joanna van der Schaeren is op 7 februari 1736 in de kerk te Weert begraven in het koor van de Heilige Maagd.
[7] Een voorgenomen huwelijk werd door de pastoor tijdens drie zondagen voor de geplande huwelijksdag in de hoogmis aangekondigd: de zogenaamde roepen of bannen. Doel daarvan was de parochianen erop te wijzen dat zij beletselen tegen het huwelijk konden melden. Van die roepen kon dispensatie worden verleend bijvoorbeeld als de aanstaande bruid hoogzwanger was.
[8] In het huwelijksregister staat ’in tempore clauso”, in gesloten tijd. Dat is de periode waarin volgens de katholieke kerk zonder dispensatie niet voor de kerk getrouwd mocht worden. Deze periodes waren de vier adventsweken voor Kerstmis tot de epifanie (6 januari) en van aswoensdag tot beloken Pasen.
[9] Leonard Joseph Mordang was afkomstig uit Euskirchen. Hij was getrouwd met Christine Schliot. Ten tijde van de geboorte van hun zoon François Joseph op 7 Fructidor an VII (4 augustus 1799) woonde het echtpaar Mordang-Schliot in de section de forets, rue dit Beekstraat (boswijk, Beekstraat).
[10] Begrafenisregister Sint Severinuskerk Grathem.
[11] “In dienst voor Napoleons Europese droom”. Joost Welten, pag.688-692.
[12] “In dienst voor Napoleons Europese droom”. Joost Welten, pag.689.
[13] In dit gebouw is anno 2024 Taverne De Oude Munt gevestigd.
14 In het begrafenisregister van de parochie Sint-Nicolaas te Heythuyzen wordt van Maria Anna Mechtildis de Brias vermeld dat zij “vidua Baronis de Linsingen, pia memoria” (weduwe van baron de Linsingen, zaliger gedachtenis), is.
[15] Joost Welten, “Bijlagen bij proefschrift” Hoofdstuk 11, noten 26 en 36.
[16] Joost Welten, “Bijlagen bij proefschrift” Hoofdstuk 7, noot 27.
[17] Vermeldenswaard is dat de Van Brussels volgens de huwelijksakte woonden in de “section des marais, rue de hoogstraat” (moeraswijk, Hoogstraat).
[18] Grote Historische Topografische Atlas Limburg, kaart nummer 737.
[19] Meer over Ildephonse Joseph Cachera is te vinden in Hoofdstuk 7 “Een Franse officier in Weert”, van “In dienst voor Napoleons Europese droom”, Joost Welten.
[20] Gemeentearchief Weert (GAW), NAW, inv. nr. 66
[21] De functie van adjoint is enigszins te vergelijken met een gemeentesecretaris.
[22] De Bataafsche Republiek was een republiek die nagenoeg het gehele grondgebied van het huidige Nederland omvatte met uitzondering van wat thans de Nederlandse provincie Limburg is.
[23] Gemeentearchief Weert (GAW), NAW, inv. nr. 66.
[25] Maria Agnes Alexandrina van der Renne is een telg uit de adellijke familie Van der Renne, die in 1821 het kasteel Daelenbroeck te Herkenbosch verwierf.
[26] Familiearchief Waegemans, inv. nr. 359a, 1825-1836.
[27] Een roede is een oude oppervlaktemaat die van plaats tot plaats verschillend was. Een vierkante roede was in Weert 21,2 m2. https://mgw.meertens.knaw.nl/maten/14.
[28] De vermelding 1811-1832 kan verwarring opleveren. De verklaring voor die wellicht verwarrende datering is dat de vastlegging van percelen en plattegronden van gemeenten in kadastrale kaarten in Nederland is begonnen in 1811 en afgerond is in 1832 met uitzondering van de huidige Nederlandse provincie Limburg, die van 1830 tot 1839 bij België hoorde. De werkzaamheden voor het kadaster zijn tijdens de Belgische periode van Limburg gestaakt. Pas in 1843, een aantal jaren na het verdrag van Londen (1839), waarbij de scheiding tussen Nederland en België geregeld werd, kwam in de toen nieuwgevormde Nederlandse provincie Limburg het kadaster tot stand.
[29] https://aezel.eu/en/ontdekken/geografie
[30] Sint Elisabethsdal was een klooster van de kanunniken van Sint Augustinus te Nunhem. Het klooster is in 1796 door de Fransen opgeheven en zijn bezittingen genationaliseerd.
[31] www.leumolen.nl .
[32] Jean Charles Le Brun is op 13 februari 1781 geboren te Kessel. Op 16 fructidor an XII (3 september 1804) trouwde hij te Weert met Anna Maria Elisabeth Loijens, geboren 26 februari 1778 in Weert.